’11 november is de dag, da-hat mijn lichtje, da-hat mijn lichtje…’ ‘Sint Maarten had een koe…’ Zucht. Nu ik sinds acht jaar niet meer in Noord-Holland woon, mis ik het Sint Maartenfeest behoorlijk. Het was elk jaar toch weer spannend om bij de mensen in onze straat aan te bellen en een liedje te zingen. Maar wat was het toch fijn als je aan het einde van de avond (nou ja, voor je gevoel dan… ik denk dat we net aan anderhalf uur op straat waren) een flinke tas met snoep te hebben.
door Hans-Peter Bartels
Sint Maarten… voor mij als kind toch de belangrijkste heilige. Nou ja, na Sint Nicolaas dan, natuurlijk. Eén van de weinige heiligen waar mijn – toch rooms-katholieke – basisschool ruimschoots aandacht aan besteedde. Verder niets dan lof over KBS De Wilgeroos hoor; het blijft de leukste basisschool van Nederland, zeg ik, geheel bevooroordeeld.
Maar ja, dan verhuis je naar Brabant… en dan wordt je meewarig aan gekeken als je het over lampionnen en liedjes op 11 november hebt. Tot mijn grote verdriet was het Sint Maartenfeest totaal onbekend. En dat in één van onze meest katholieke provincies. Al gauw merkte ik dat er hier een heel andere traditie was: 31 oktober, Halloween. Ik vond dat een verschrikkelijk teken van de Amerikanisering van onze cultuur.
Toegegeven… dat was deels vanuit onwetendheid. Ik had mij er nooit in verdiept en… nooit de link gelegd met Allerheiligen, de dag erna. Ik had geen idee dat Halloween een verkorting was van ‘All Hallows Eve’, Allerheiligenavond dus. Soms merk je een verandering bij jezelf, die je nooit verwacht had. Want, deze avond ging wat meer voor mij leven. En nee, dan bedoel ik niet het ‘plastic griezelthema’… Zo vind ik het niet kunnen dat kinderen ‘je snoep of je leven!’ ‘mogen’ vragen. Maar wel dat er die avond iets bijzonders in de lucht hangt. Alsof Hemel en Aarde een stukje meer bij elkaar zijn; of onze dierbare doden toch ietsjes dichterbij zijn dan anders.
Ik verzin daar dan mijn eigen tradities wel bij… zo ‘moet’ ik die avond minstens één keer luisteren naar de ‘Dance Macabre’ van Camille Saint-Saëns. En om de een of andere gekke reden speelt mijn ‘Harry-Potter-fanatisme’ rondom die avond altijd enorm op. Stiekem denk ik dat YouTube daar ook wel wat in stuurt.
Maar toch… doe mij vooral Sint Maarten. Helaas valt in dit coronajaar ook dat feest grotendeels in duigen, heb ik begrepen. Vooral het prachtige feest in Utrecht – dé Sint Maartensstad van ons land. Daarover maakte Roderick Vonhögen afgelopen zaterdag nog een mooie reportage in zijn programma ‘Roderick zoekt Licht’. Jammer, hoor, maar fijn dat er met een Live Stream daar nog wat goed gemaakt kan worden.
Sint Maarten, het voorbeeld van die man hebben we in dit coronajaar juist zo hard nodig. De Romeinse soldaat die ons voordeed dat we naar elkaar moeten omzien. Dát voorbeeld hebben we juist nu nodig. En ‘dat is wel een snoepje waard’!
Want… voor mij zal er nooit zo’n ‘snoep-ophaalfeest’ (ook Driekoningen niet) vóór Sint Maarten gaan. Maar ach… op Allerheiligen gedenken we alle heiligen, dus dan komt Sint Maarten, met zijn halve mantel, op zijn paard ook voorbij.
O ja, een kleine waarschuwing aan mijn medebroeders… morgenavond zul je me vast horen zingen: over rode vogeltjes, een koe, ouders die naar Tik-Tak en Sesamstraat kijken, kerken die torens dragen… kortom over die Romeinse soldaat Maarten, die een abdij stichtte en bisschop werd, maar vooral zijn hele leven omkeek naar de minderen en verbinding zocht. We kunnen een voorbeeld aan hem nemen!
Want 11 november is de dag, dat ieder een beetje extra naar elkaar om zien mag!