In onze rubriek ‘Vers voor de Zondag’ blikken we vooruit op de eucharistieviering van aanstaande zondag (of feestdag): wat vertelt het Evangelie ons? Om wat voor thema draait deze viering? Wat zou je kunnen doen om dit te onderstrepen?
33e zondag door het jaar – dag van de armen
Ga goed met je gaven om
Paus Franciscus heeft deze zondag ingesteld als de jaarlijks weerkerende ‘dag van de armen’ in heel de kerk. Deze dag is dan een bijzondere voorbereiding op het feest van Christus Koning, want Christus heeft zichzelf geïdentificeerd met de geringe en arme mens en richt ons op de werken van barmhartigheid (vgl. Mt. 25,31-46). Het zal een dag zijn, die de geloofsgemeenschappen en iedere gedoopte helpt om erover na te denken hoe in het evangelie de aandacht voor de armoede een centraal gegeven is. Welke talenten, welke gaven je ook ontvangen hebt: ieder kan zijn inbreng hebben om samen een juiste samenleving op te bouwen. Deze dag vormt een echte vorm van de nieuwe evangelisatie, waardoor het aanschijn van de kerk in haar voortdurende pastorale ommekeer wordt vernieuwd om te getuigen van de barmhartigheid.
Exegetische notities Evangelie
Matteüs 25,14-30
De gelijkenis van de vijf talenten staat aan het einde van de vijfde redevoering, de laatste van de redevoeringen waaruit het Matteüsevangelie is opgebouwd. Deze redevoering kijkt over de grens van de dood naar het einde der tijden. Dat einde der tijden wordt niet gedetailleerd beschreven, maar laat zien wat de gevolgen zijn van beslissingen en handelingen die nu worden genomen en uitgevoerd.
Jezus bereidt zijn leerlingen erop voor dat het einde nabij is. Nu komt het er op aan dat ze hun verantwoordelijkheid nemen over dat wat hun wordt toevertrouwd en meegegeven.
Luisteren we naar deze gelijkenis, dan horen we dat ieder naar zijn bekwaamheid talenten krijgt toebedeeld. Een talent was een grote hoeveelheid geld, gelijk aan ongeveer zesduizend denariën. Eén denarie was het dagloon voor een gewone arbeider. Met de hoeveelheid talenten die ze krijgen toebedeeld, dienen ze verantwoord om te gaan. Hoe groter de bekwaamheid, hoe meer iemand krijgt en hoe groter dus zijn verantwoordelijkheid. Het is duidelijk, dat er winst gemaakt moet worden. De talenten moeten niet in de grond gestopt worden, waar niets met het talent gebeurt. In dat woord ‘winst’ zit het woord ‘winnen’. Degenen die actief met de talenten aan de slag gaan, kunnen model staan voor gelovigen die actief getuigen van de goede boodschap en zo nieuwe mensen weten te winnen voor het goede nieuws dat het geloof is. Deze actieve houding wordt beloond. Degene die zijn talent begraaft, gedraagt zich passief en dat wordt bestraft.
Uiteindelijk dient deze gelijkenis als waarschuwing. Wanneer het einde daar is, zal de Mensenzoon komen. Vooraf aan de komst van de Mensenzoon moeten de leerlingen hun geloof niet verbergen, maar het uitdragen. Wie dat goed doet, zal beloond worden.
Mocht de komst van de Mensenzoon langer op zich laten wachten, dan is het zaak waakzaam te blijven.
Themastelling
Ieder mens krijgt in zijn leven de nodige talenten toebedeeld, een soort startkapitaal waar we mee aan de slag zullen moeten. Dat geeft ons een zekere verantwoordelijkheid. Hoe actief we zijn en welke beslissingen we in ons leven nemen, bepalen hoe vruchtbaar onze levens en de wereld om ons heen zijn en in hoeverre het daarmee iedereen goed zal gaan. Als christenen kunnen we op die manier laten zien dat ons geloof goed nieuws is.
We zullen nooit weten wanneer het einde daar is of wanneer er zich in ons leven iets van ongekend belang aandient. Op dat moment moeten we er klaar voor zijn op de juiste wijze te reageren. Daarom is het van belang, dat we onze aandacht niet laten verslappen of ons laten overheersen door angst.
Suggestie: Mosje komt bij God
Een joods verhaal, naverteld door Bram Moerland
Het verhaal gaat over Mosje die sterft en bij God aanklopt om toegelaten te worden in de hemel.
God vraagt hem nieuwsgierig: ‘Wat heb je zoal gedaan tijdens je leven op aarde?’
Mosje antwoordt: ‘Heer, ik heb alle heilige teksten bestudeerd en precies gedaan wat daarin staat dat men doen moet. Ik heb getrouw alle wetten nageleefd.’
‘Echt waar?’ zegt God, en zijn gelaat betrekt enigszins. ‘Dat was alles?’
‘O nee’, zegt Mosje, ‘ik heb aan de voeten gezeten van de allerbelangrijkste rabbi’s, en als ik in de geschriften niet kon vinden wat ik doen moest, vroeg ik het hen. Ik heb altijd gehoorzaam nagevolgd wat zij mij opdroegen.’
Trots kijkt Mosje op naar God, in de stellige verwachting nu een vooraanstaande plaats in de hemel, te krijgen, heel dicht bij God, want hij heeft toch zo zijn best gedaan.
Maar God kijkt helemaal niet blij.
‘Weet je,’ zegt hij peinzend tegen Mosje, ‘ik heb eeuwen nagedacht over de mens die jij moest worden en die nodig zou zijn op de plek en de tijd waar jij geboren zou worden. Ik heb in jou een innerlijk weten geplant van jouw persoonlijke bestemming. Ik heb je rijkelijk van talenten voorzien om met jouw bestemming te kunnen werken aan de wereld. Ik heb je hart vervuld van verlangen om datgene te doen waarvoor je bestemd was. En je hebt niet naar je hart geluisterd? Je hebt niets gedaan met al die talenten die ik je gegeven heb? Je bent niet Mosje geworden? Wat zonde, dat je zo je bestemming gemist hebt.’
En God voegt daaraan toe, na een tijdje stil te zijn geweest: ‘Weet je, ik ben Liefde, en ik kan niet anders dan je toelaten tot de hemel, want ook ik moet als God mijn bestemming volgen. Hier is iedereen altijd welkom. Dat je welkom bent, dat is de hemel. Dus, daar is de hemelpoort.
Maar soms, als we elkaar aankijken, zal je de spijt in mijn ogen zien dat je niet geworden bent zoals ik je bedoeld had. En de pijn in je hart die jij daarbij zult voelen, omdat jij niet jezelf welkom hebt geheten, dat is wat jullie mensen de hel noemen.’
De teksten en suggestie zijn genomen uit de ‘Handreikingen voor liturgie voor de zon- en feestdagen’ van Berne Media. In deze uitgave staan exegetische notities voor elke lezing en antwoordpsalm, een ‘kapstok’ voor de verkondiging, misteksten, voorbeden en diverse andere suggesties voor vieringen met gewijde of niet-gewijde voorganger. Voor meer informatie over de uitgave en een abonnement, zie de website van Berne Media.