Vers voor de Zondag: 25 december (dagmis)

Vers voor de Zondag: 25 december (dagmis)

In onze rubriek ‘Vers voor de Zondag’ blikken we vooruit op de eucharistieviering  – tijdens de lockdown op afstand te volgen op televisie en internet – van aanstaande zondag (of feestdag): wat vertelt het Evangelie ons? Om wat voor thema draait deze viering? Wat zou je kunnen doen om dit te onderstrepen?

Kerstmis – dagmis

De Redder geboren

In deze viering wordt het mysterie van de Menswording ten volle uitgewerkt. God spreekt tot ons door zijn Zoon: het Woord is vleesgeworden. God heeft zijn tent opgeslagen onder ons, in een beschadigde wereld die zoekt naar wegen om met de pandemie om te gaan. Het is nodig om perspectief te houden in zo’n situatie. De diepere betekenis van Kerstmis wordt in deze viering uitgewerkt: het Woord van God klinkt en is vlees geworden, het Licht verdrijft de duisternis. Zó redt God de mensen.

Exegetische notities Evangelie

Johannes 1,1-18 (of 1-5.9-14)

De proloog (verzen 1-18) van dit evangelie beschrijft de doelstelling van de evangelist: Jezus’ ware identiteit en zending openbaren. De tekst kan worden opgedeeld in het Woord voor de menswording (verzen 1-5), de voortuitblik op het getuigenis van Johannes de Doper (verzen 6-9 en 15), de menselijke reacties op het mensgeworden Woord (verzen 9-13) en het mensgeworden Woord als de zichtbare heerlijkheid en unieke openbaring van de onzichtbare God.

De tekst begint, net als Genesis, met ‘in (den) beginne’. Het lidwoord ontbreekt in de oorspronkelijke tekst, waaruit we kunnen opmaken dat het niet om een tijdrekening gaat maar dat het meer duidt op iets als ‘oorsprong’ of ‘beginsel’. Wat nu verteld gaat worden heeft te maken met een doorlopend begin en een nieuwe aanvang van alles, van de hele mensengeschiedenis: een nieuwe schepping. In den beginne ‘was’: het is niet geschapen, niet geworden, het Woord was en is. De tijd is niet van toepassing op het Woord. Alles, ook de mensen, is van het Woord afhankelijk, is er van afkomstig. Het Woord is de stichtende kracht van God die tot bestaan en leven roept. Alles is door Hem geworden. Het Woord is tijdloos, altijd werkzaam.

Het Woord was bij God: niet naast Hem, maar nabij, het vormt met Hem een eenheid, het is Gods rechterhand. God is de volheid van zijn en onnaspeurbare waarheid. Vandaar dat gezegd kan worden: ‘Het Woord was God.’

Binnen de tijd brengt het Woord de schepping tot stand. Hier wordt opnieuw aangesloten bij Genesis waar Gods woord de hele schepping tot leven riep.

In het Woord was leven en het leven was het licht van de mensen: het Woord is roepende tot bestaan, tot leven. Zonder licht is er geen leven. Daarom was het licht de eerste schepping, de grondvoorwaarde voor al het andere. Dit is tegelijk een verwijzing naar Jezus die in dit evangelie gezien wordt als de bron van leven en licht.

Het licht schijnt in de duisternis: bij Johannes zijn licht en duisternis meer dan de letterlijke betekenissen. Licht staat voor Jezus, het goede, God. Duisternis voor het slechte, het kwaad. God is licht en in Hem is geen duisternis. Duisternis is dus niet ‘niet kunnen zien’ maar ‘niet willen zien’. Duisternis is de afwezigheid van licht maar ze bestaat niet meer als het licht verschijnt. Gelovigen moeten een licht zijn voor de wereld en zich niet laten overwinnen door de duisternis van de zonde.

Het Woord is vlees geworden: dit duidt op de menselijke existentie in haar eindigheid en broosheid. Deze aardse werkelijkheid staat lijnrecht tegenover de goddelijke. Maar het Woord verzoent beide. In het vleesgeworden Woord ontmoeten God en mens elkaar, het tijdloze en tijdelijke, het onzienlijke en het zichtbare.

Johannes de Doper is de overgangsprofeet, vertegenwoordiger van het oude verbond en de brug naar het nieuwe verbond en Christus. Maar de wereld die het Woord geschapen heeft, kent Hem niet, ze verwerpt Hem. Degenen die Hem wel aanvaarden geeft Hij het voorrecht kinderen van God te worden. Daar ligt het verschil met het oude verbond, dat gestoeld is op het naleven van de wet. Deze aanvaarding komt voort uit genade, de innerlijke transformerende kracht die een gelovige in staat stelt te leven als kind van God en zo de belichaming te worden van Gods woord in de wereld en zijn licht te verspreiden. Precies dat vieren we met Kerst.

Themastelling

Gods licht in ons midden… Gods trouw is onvoorwaardelijk en zijn redding is bedoeld voor iedereen die het horen wil, die open staat voor het Woord. Dit Woord komt tastbaar onder ons aanwezig in een mens, Jezus van Nazareth. Hij is het teken van het nieuwe verbond van God met de mensen. In Hem wordt het goddelijke en het aardse met elkaar verenigd. De start van een nieuwe toekomst waar geen plaats meer is voor duisternis. Gods licht, dat onder ons gekomen is in de persoon van Jezus, kan zichtbaar worden in onszelf wanneer wij Hem aanvaarden en ons inzetten om zijn woord, zijn licht te verspreiden. Zalig kerstmis!

Suggestie: gedicht ‘God zond ons’

God zond ons zijn Zoon,
geboren uit een jonge maagd
in een armoedige oude stal:
en zij noemde Hem: Jezus

God zond ons zijn Woord
waardoor alles geworden is,
en voor eeuwig in stand blijven zal.
en wij noemen Hem: Jezus

God zond ons zijn Licht,
dat ieder mens op aard’ verlicht,
en ons maakt tot kinderen van God
en wij noemen Hem: Jezus.

God zond ons Vrede,
om ons de troost te brengen en
de verlossing waarop wij hoopten
en wij noemen Hem: Jezus.

Hans-Peter Bartels ofm

De teksten en suggestie zijn genomen uit de ‘Handreikingen voor liturgie voor de zon- en feestdagen’ van Berne Media. In deze uitgave staan exegetische notities voor elke lezing en antwoordpsalm, een ‘kapstok’ voor de verkondiging, misteksten, voorbeden en diverse andere suggesties voor vieringen met gewijde of niet-gewijde voorganger. Voor meer informatie over de uitgave en een abonnement, zie de website van Berne Media.