Vers voor de Zondag: 3 januari

Vers voor de Zondag: 3 januari

In onze rubriek ‘Vers voor de Zondag’ blikken we vooruit op de eucharistieviering  – tijdens de lockdown op afstand te volgen op televisie en internet – van aanstaande zondag (of feestdag): wat vertelt het Evangelie ons? Om wat voor thema draait deze viering? Wat zou je kunnen doen om dit te onderstrepen?

Openbaring de Heren

Licht over ons opgegaan

Het ontvouwen van het mysterie van Kerstmis gaat verder. Vandaag vieren we de Openbaring van de Heer voor alle volkeren, dus ook over alle grenzen heen. Drie Wijzen uit het Oosten helpen ons daarbij. Zij leren ons door de oppervlakte heen te kijken en te ontdekken dat dit kind dat in Betlehem geboren is, van universele betekenis zal blijken te zijn. Openbaren: dat wat nog verborgen is, wordt kenbaar gemakt én wordt dan ook richtinggevend. De drie Wijzen hebben dit begrepen: zij gaan via een andere weg terug. Nu wij nog!

Exegetische notities Evangelie

Matteüs 2,1-12

 De evangelist Matteüs richt zich in Matteüs 1-2 vooral op de vraag: ‘Wie gaat meedoen in het levensverhaal van Jezus van Nazaret?’ Hij laat zien hoe Jozef daar zijn plaats in gaat innemen door de naamgeving van Jezus (Matteüs 1,18-25) en hij laat zien hoe mensen van verre –‘uit het oosten’- daar een rol in gaan spelen. Ook hier worden dus grenzen overschreden. In Matteüs 2 laat de evangelist daarnaast het tegenbeeld zien in de persoon van Herodes de Grote die het kind Jezus wil doden (Matteüs 2,13). In de hogepriesters en de schriftgeleerden tekent Matteüs een derde reactie: mensen die niet door Jezus geraakt worden.

Matteüs vertelt over een aantal magiërs – hij noemt geen concreet aantal – die een ster gaan volgen. Zij hebben daar een bijzondere betekenis in ontdekt. Die ster vertelt ze over een pasgeboren koning van de Joden (Matteüs 2,2). Zij zijn een onbekend avontuur, een onbekende toekomst tegemoet gegaan, erop vertrouwend dat zij geleid zouden worden en zouden komen waar zij wezen moesten. Zij durven dus van hun plaats te komen, vaste kaders los te laten, op zoek te gaan.

Zij komen uit het oosten. Eerder werd al verwezen naar de verbanning door Abraham van de nakomelingen van Ketura in Genesis 25,6. Matteüs vertelt zijn verhaal over de magiërs met talrijke verwijzingen naar het Oude Testament. Wellicht moeten we ook hier denken aan het weerzien van oude verwanten. Grenzen vallen weg.

Zij volgen een ster. Talloze malen is getracht dat verschijnsel te traceren. Maar wellicht moeten we ook hier theologisch denken. In Numeri 24,17 wordt gezongen over een komende messiaanse figuur. Deze wordt daar ‘een ster uit Jakob’ genoemd. Deze oosterse magiërs komen op zijn verschijning af, met het doel hem te eren.

Zij zoeken het koningskind ten paleize, de meest waarschijnlijke vindplaats. Maar zij treffen een vorst die van niets weet. Hij schrikt. En heel Jeruzalem met hem. Deze vermelding van Matteüs wordt begrijpelijk tegen de achtergrond van wat de historicus Josephus Flavius over hem vertelt. Herodes de Grote was zeer achterdochtig, bang dat mensen hem zijn macht zouden afnemen.

Herodes laat dan een groot aantal geestelijke leiders komen om van hen te vernemen waar de messias geboren zou worden. Frappant is deze invulling. De magiërs informeren naar een koningskind, Herodes vraagt naar de geboorte van de messias. Kennelijk beseft Herodes de bijzonderheid van de pasgeborene. Inmiddels is dit al de vijfde keer dat de term ‘Christus’ wordt gebruikt in het evangelie (1,1.16.17.18). Het is Matteüs’ bedoeling om aan te geven dat Jezus deze langverwachte Godsgezant is.

De geestelijke leiders noemen Herodes twee Bijbelteksten: zij leggen hem een verbinding van Micha 5,1 en 2 Samuël 5,2 voor. Deze laatste tekst is tegelijk een kritisch woord naar de koning toe: een koning weidt zijn volk. Zoals dat ook in Psalm 72 wordt bezongen. De realiteit van Herodes’ regering was duidelijk anders.

Dan treedt Herodes opnieuw in gesprek met de magiërs. Hij laat hen met een opdracht naar Betlehem gaan. Ze moeten op zoek gaan naar het kind en hem daarna verslag komen doen, opdat ook Herodes het kind kan gaan eren.

Nadat de magiërs zijn weggereisd, leidt de ster hen verder. Zij vinden het kind en zijn moeder Maria. Jozef blijft ongenoemd. Matteüs spreekt van hun grote vreugde, zoals ook in Jesaja 60 van vreugde sprake is.

De vindplaats is een huis. Dat verschilt van Lucas. De magiërs eren het kind met hun meegebrachte geschenken: goud, wierook en mirre. Zoals ook de koningen uit Psalm 72 de vorst van Psalm 72 met geschenken komen vereren. We kennen de eerste twee geschenken uit Jesaja 60, geschenken van de volken. Matteüs voegt mirre toe. De mirre komt in Matteüs 26,6-16 terug, bij de zalving door een vrouw. Door Jezus met mirre te zalven bereidt zij zijn begrafenis voor. Daar preludeert Matteüs 2,11 op.

Opnieuw wordt van Hogerhand in een droom ingegrepen in de gebeurtenissen (zoals ook bij Jozef, Matteüs 1,20). Zo wordt de pasgeborene beschermd. De magiërs gaan niet meer bij Herodes langs.

Focus

Bij het begin van een nieuw kalenderjaar is het de tijd van de goede wensen en de goede voornemens. 2020 was het jaar van de corona-uitbraak en de beperkende maatregelen die daarbij hoorden. Kerkdiensten gingen online. Dat er in 2021 meer ruimte zal zijn, ook om elkaar te ontmoeten… De teksten van deze zondag spreken over ontmoetingen over grenzen heen tussen mensen van allerlei kanten. Zij willen elkaar zien, rondom grote heilsdaden van God: zijn bevrijding, zijn Zoon in deze wereld. Er is vreugde over wat God doet in deze wereld. Dat we dat vieren dit jaar, in verbondenheid met christenen over de hele wereld. En daarvoor in beweging komen, zoals deze Bijbelse teksten vol zijn van beweging.

Tegelijk vragen deze teksten ons kritisch naar onszelf te kijken. Er is de oproep tot bekering. We kunnen ons spiegelen aan de vorst van de vrede uit Psalm 72. Er is sprake van een Herodes die Gods bevrijding voor deze wereld wil blokkeren.

Suggestie: aanbidding

Op deze zondag van Openbaring markeren we de Kersttijd. Daar kunnen we uitdrukking aan geven door een uitdrukking van onze eerbied aan het kerstkind. Plaats een kersticoon in het liturgisch centrum. Nodig mensen uit om twee aan twee naar voren te komen en een diepe buiging te maken, in navolging van de drie Wijzen. Zo geven wij uiting aan de nieuwe Koning, die ons voorgaat in en naar het nieuwe Koninkrijk. Als het te vreemd lijkt om dit te doen, kan er ook vooraf met een groep vrijwilligers worden afgesproken dat zij beginnen, zodat anderen kunnen volgen. Of deze groep doet het namens allen. Het is wel handig als dat dan ook even gezegd wordt. En ondertussen kan er gezongen worden, bijvoorbeeld: Laudate omnes gentes (Taizé).

De teksten en suggestie zijn genomen uit de ‘Handreikingen voor liturgie voor de zon- en feestdagen’ van Berne Media. In deze uitgave staan exegetische notities voor elke lezing en antwoordpsalm, een ‘kapstok’ voor de verkondiging, misteksten, voorbeden en diverse andere suggesties voor vieringen met gewijde of niet-gewijde voorganger. Voor meer informatie over de uitgave en een abonnement, zie de website van Berne Media.