Vanwege de corona-maatregelen geen askruisje op de komende aswoensdag: de Romeinse Congregatie voor de goddelijke eredienst en de regeling van de sacramenten heeft bepaald dat de priester in plaats daarvan de as op het hoofd van de gelovigen zal strooien.
Betekent de tijdelijke afschaffing van het askruisje nu ook een ongekende breuk met een eeuwenoude traditie?
Dat valt wel mee.
In de tijd van het Rijke Roomse Leven was het askruisje een teken dat je naar de kerk was geweest. Maar ook in die tijd waren er plaatsen waar de as op het hoofd werd gestrooid. ‘Dat kriebelde’, lezen we op Wierook, wijwater en worstenbrood.
Het strooien van as op het hoofd als teken van boetedoening vind je al in het Oude Testament. De oorsprong van het askruisje is onduidelijk, zegt Samuel Goyvaerts, universitair docent liturgie aan de theologische faculteit van de Tilburgse universiteit. ‘Het is echt vooral een plaatselijke gewoonte en niet helemaal duidelijk wanneer die ontstaan is. Het is alleszins een latere evolutie dan het strooien.’
Bovendien is het askruisje niet algemeen gebruikelijk. ‘Het is zo dat in de meeste mediterrane landen de as nog steeds gestrooid wordt (net zoals in de orthodoxe en oosterse ritussen), wat de connotatie met stof duidelijker maakt (tot stof zult gij wederkeren, zoals de woorden die dan gesproken worden zeggen). In vele Engelstalige landen en ook in onze gewesten is echter de gewoonte om geen as te strooien, maar inderdaad de as in de vorm van een kruis te markeren op het voorhoofd’, aldus Goyvaerts.
Verandert het iets aan de betekenis? ‘Het askruisje is een getuigend teken van de start van de vasten, dat heb je veel minder bij het strooien op de kruin’. Anderzijds, zo vindt Goyvaerts, zegt de lezing van Aswoensdag ‘vast in het verborgene’. Dat pleit dan weer tegen het askruisje…
Foto: Max Pixel