In onze rubriek ‘Vers voor de Zondag’ blikken we vooruit op de eucharistieviering – tijdens de lockdown op afstand te volgen op televisie en internet – van aanstaande zondag (of feestdag): wat vertelt het Evangelie ons? Om wat voor thema draait deze viering? Wat zou je kunnen doen om dit te onderstrepen?
Derde zondag in de veertigdagentijd
Opgeruimd
De meditatie over het Verbond van God met mensen spitst zich vandaag toe op het volk Israël. De Tien Woorden (de Tien Geboden) worden opnieuw in ons midden gegeven, om ons op te bouwen, om voor ons Richtsnoer te zijn. Woorden van Verbond, vieren van Verbond in de liturgie en met name in de eucharistie, doen van het Verbond in de samenleving. Want dat Huis van God onder mensen vraagt om te worden opgeruimd. Ons ‘gemeenschappelijk huis’ (Laudato Si’!) vraagt om ‘heringericht’ te worden. Tegen alle afbraak in wijst Jezus op de opbouw van het Huis. Hijzelf geeft hier zijn leven aan.
Exegetische notities Evangelie
Johannes 2,13-25
Johannes tekent uitgebreid hoe Jezus op het tempelplein huishoudt onder de handelaren en hun spullen. Hij ziet die handel als ontheiliging van het huis van zijn Vader. Hij treedt op met gezag, hij heeft met die Vader een bijzondere relatie, ook hijzelf is er thuis. Via de leerlingen en hun herinnering levert de evangelist commentaar. Het woord ‘huis’ roept Ps.69,10 op, waar de bidder vanwege zijn tempelvroomheid tot een bespotte en vereenzaamde lijder is geworden. De evangelist maakt er een futurum van: ‘zal mij verteren’, Jezus zal met zijn ijver voor het huis van zijn Vader (heel zijn openbaringswerk) in die toestand geraken. De link met de passie is daarmee gelegd.
Een profeet die zich kritiek op de cultus aanmatigt, zal moeten aantonen dat hij namens God optreedt. Op hun eis van een teken reageert Jezus ironisch: ga maar door met wat je al doet: met de ontwaarding, met de afbraak van de tempel.
Vervolgens verwijst hij naar een wonderlijk herbouwde nieuwe tempel (de eindtijdelijke tempel van Ez.40-44; Hag.2,7-9?). Maar wie dan pas op dit wonderlijke teken gelovig zou willen reageren, komt te laat: hij staat al onder het eindtijdelijk oordeel. Jezus wijst met dit woord het gevraagde teken af. Zijn ondervragers zullen uit zijn profetische geste moeten begrijpen, dat hij namens zijn Vader op die plek een heiligheid eist, die past bij de nieuwe tijd die hij inluidt met zijn komen.
De evangelist voorziet zijn lezers van een verder doorgevoerd verstaan. De joden missen de diepgang van Jezus’ antwoord, ze verwijzen naar de recentelijk restauratie onder Herodes die jaren in beslag nam. Zij blijven met een raadsel zitten. Maar de lezers zijn betere verstaanders dankzij de Geest van Pasen (20,22; 14,16v.20). Als insiders weten zij dat de verhoogde Christus zelf in persoon die nieuwe tempel is. In hem is Gods glorie zichtbaar geworden (1,14), in hem laat de Vader zich vinden (14,6-10), op een intieme wijze, want door de Christus benaderen de gelovigen als de ware aanbidders de Vader ‘in geest en waarheid’ (4,20-23). De gemeente van Johannes verstaat zichzelf als los geraakt van tempel; zij heeft ook geen klaagmuur nodig. Zij heeft het teken verstaan dat de Vader heeft opgericht: de Christus verheven op zijn kruis, als weg ten Leven (3,16vv).
Focus
De ‘tien woorden’ zijn een kostbaar geschenk. Zij vormen de ondergrens van de speelruimte waarbinnen mensen kunnen leven. God vraagt totale toewijding, maar schept met zijn woorden tegelijk ruimte tot vrijheid, waarin mensen zonder angst kunnen leven, ruimte om aan elkaar en met elkaar mens te worden. Geen ommuurd bestaan, veiligheid in geïsoleerde gebouwen met extra alarminstallaties, de ander als vijand. Binnen Gods rechten is er plek voor mensenrechten. We mogen ons niet door valse goden als egoïsme, zucht naar macht en bezit opnieuw laten kerkeren. Van ons uit moeten wij ook God zijn vrijheid laten. De woestijn-God is per definitie een zwerver. Wij mogen Hem niet vastleggen met onze godsbeelden, met onze vraag naar tekens, alsof Hij in onze voetstappen zou moeten volgen. Hij laat zich zien in tekenen van zwakte en onmacht, Hij verrast ons er compleet mee. Joden en Grieken en wij hebben er moeite mee. Maar de alheilige God is ons even verrassend nabij gekomen in ruimte die Christus voor ons heeft geopend, vervulling van dat oude lied van verlangen: ‘Dat ene vroeg ik van de Heer, dat is al mijn verlangen: daar te zijn – in het huis van de Heer al de dagen mijns levens’ (Ps.27,4).
Suggestie voor de liturgische bloemschikking
Als er één bloem is die past bij zuiverheid, dan is het de lelie. En dan vooral de witte. Nu bloeien de meeste lelies pas in de zomer, maar er zijn enkele soorten (o.a. bollelies en Aziatische soorten) die al in het voorjaar bloeien. Doorgaans slaat het dan op de zuiverheid van een persoon (een heilige), maar wat let ons om er mee te verwijzen naar Jezus’ zuivering van de tempel?
De lelie staat verder ook symbool voor Christus en de hoop op verlossing. Dit past weer bij het op weg zijn naar Pasen.
Deze teksten en suggestie zijn genomen uit de ‘Handreikingen voor liturgie voor de zon- en feestdagen’ van Berne Media. In deze uitgave staan exegetische notities voor elke lezing en antwoordpsalm, een ‘kapstok’ voor de verkondiging, misteksten, voorbeden en diverse andere suggesties voor vieringen met gewijde of niet-gewijde voorganger. Voor meer informatie over de uitgave en een abonnement, zie de website van Berne Media.