Toen ik vorig jaar de column met de titel ‘Een kruis door Pasen’ schreef, dacht ik niet dat het dit jaar nog zo zou zijn. Ook nu rondom het lijden, sterven en verrijzen van Christus kunnen de gemeenschappen niet in de ‘normale’ vorm samenkomen. Iemand zei tegen mij: ‘Zo zie je maar, je kunt ook zonder. Het leek toen allemaal zo belangrijk. Het toewerken naar Pasen, Palmzondag en de goede week. Maar nu merk je toch, waar heb je je al die tijd druk om gemaakt? Je mist het eigenlijk ook niet meer. Je went eraan denk ik.’
door Marieke Drent
Ik kan begrijpen dat er op den duur zo wordt gedacht. Ik maak mij echter ook zorgen om deze opmerking. Ik vraag mij hardop af of wij hier wel aan horen te wennen, een geïsoleerd leven. Vele mensen waren al vervreemd geraakt van het concept ‘kerk’ en zagen de meerwaarde er niet meer van in om dit nog te omarmen. Heel recalcitrant gezegd misschien van mij, maar ik geef ze geen ongelijk. In de periode dat ik aan de slag mocht als coördinator familiepastoraat kreeg ik de opdracht te onderzoeken waarom veel mensen afstand genomen hadden van de kerk. Ik kwam erachter dat ik veel beter de opdracht had kunnen krijgen om te onderzoeken waarom men een afstand tot de kerk voelde!
De voormalige kerkganger wordt naar mijns inziens nog te vaak bestempeld als ‘de kerkverlater’ en de kerk te weinig als de ‘mens-verlater’. In mijn onderzoeken en gesprekken heb ik mogen ontdekken dat men een steeds grotere afstand tot de kerk ging voelen (de kerk als instituut). Dit omdat men zich niet meer gezien of gehoord weet. Dat het belang van gemeenschap en het delen in zingeving- en levensvragen niet de vorm aannam die het zou mogen krijgen. Het is voornamelijk zitten op de bank en luisteren en kijken naar wat de priester doet. De ziel was eruit.
Door het licht te laten schijnen op verschillende invalshoeken en doelgroepen, hebben meerderen zich gehoord geweten. Het familiepastoraat kreeg een boost en men begon zich zelfs weer thuis te voelen. Geloof en dagelijks leven stonden weer in verbinding met elkaar. Jongeren en tieners gaven aan dat ze graag samen kwamen en steun ervoeren: ‘We staan niet alleen, en de lessen die Jezus de mensen wil leren kunnen wij in de praktijk uitvoeren. Zo is het ineens niet meer die droge stof uit de Bijbel. Het gaat leven voor ons’. Toen ik dat hoorde was het Pasen voor mij. Wanneer het gaat leven, dan hebben we de opdracht begrepen!
Helaas ervaren veel mensen, met name de tieners en jongeren, weer een verlatenheid. Deze tijd heeft het niet gemakkelijker gemaakt. Is de ziel er weer uit? Blijft het dan Goede Vrijdag? Zal het dan geen Pasen worden? Of gaat het wel weer leven?
Ik weet wel dat het dit weekend Pasen is geweest. Toch is bovenstaande vraag relevant. Ik hoop namelijk dat het wel weer gaat leven voor ons. Dat we niet wennen aan de situatie hoe deze nu is en dat we blijven missen hoe het was en hierop verder bouwen. De stap om te vernieuwen is gemaakt dus de hoop dat we ons niet laten ontmoedigen is groot bij mij. De verlatenheid die er misschien gevoeld wordt mag van mij snel weer plaats maken voor de nabijheid die we allen zo hard nodig hebben.
Je kunt wel denken ‘ik kan wel zonder’… maar het hoeft niet.