Op het randje?

Op het randje?

Frank Bosman heeft een essay geschreven over het religieuze gemeenschapsleven. Hij eindigt zijn boekje met een vlammend (en bijna pathetisch) pleidooi: religieuzen, blijf trouw aan je roeping, blijf dwaas voor Christus, blijf De eeuwige nar (titel van het boek). Echter… het boek begint met een beschouwing over Lady Gaga (en zijdelings Madonna). Wat hebben deze twee dames nu te maken met het religieuze leven?

Het overviel mij en ik moet eerlijk bekennen dat ik innerlijk een hele stap moest maken om bij het inzicht van Bosman te komen. De beide topartiesten zoeken de grenzen op in videoclips waarin bijvoorbeeld Lady Gaga een doornenkroon opzet (clip Alejandro), zich hult in een wit latex habijt, zich schaars gekleed als het ware laat kruisigen. Ze zoekt in dit alles de grenzen op. De een zal het interpreteren als pornografisch en blasfemisch choqueren, een ander zal de shock ervaren als een wake-up call om net even anders te gaan kijken naar wat ons als gezonde (en soms te vertrouwde) traditie is overgeleverd. Ik heb zelf de overgang van de ene naar de andere interpretatie moeten maken.

Hoe dit gekomen is? Wie vandaag de mainstream van het religieuze leven in ogenschouw neemt, ziet een grote schare van religieuzen die prachtig werk hebben geleverd, zich totaal hebben gegeven en nu vreedzaam toeleven naar de ‘laatste overgang’. Dat is mooi en ieder gunt hen dit. Zo is echter niet het religieuze leven in oorsprong bedoeld. De stichters van religieuze bewegingen waren allemaal een beetje ‘gek’, of zeg maar ‘prettig gestoord’. Zij zochten ‘het randje’ op. Net als Lady Gaga. Vaak pas later begreep men de dynamiek van hun optreden, meestal toen de oorspronkelijk dynamiek al van een gebruikenboek, of regel was voorzien. Inspiratie wordt ‘salonfähig’ gemaakt. Wil de inspiratie gemeengoed worden dan zal dat waarschijnlijk wel moeten. Toch mag het oorspronkelijke shoqeffect niet verloren gaan.

En daarom stuurt God geregeld ‘gekkies’ naar ons toe: of het nu een Lady Gaga of Madonna is, profeten als Jeremia en Hosea (die toch wel erg gekke dingen doen), een Franciscus die voor de vogeltjes preekt en een sultan opzoekt in volle oorlog, en Benoît Joseph Labre die als bedelaar rondtrekt. ‘Prettig gestoorde’ dragers van Gods Geest.