In onze rubriek ‘Vers voor de Zondag’ blikken we vooruit op de eucharistieviering – tijdens de lockdown op afstand te volgen op televisie en internet – van aanstaande zondag (of feestdag): wat vertelt het Evangelie ons? Om wat voor thema draait deze viering? Wat zou je kunnen doen om dit te onderstrepen?
H. Maria, Moeder van de Kerk
Kom, o Geest
Met het feest van Pinksteren is de heilige Geest gekomen over de apostelen in de Bovenzaal. En Maria was in hun midden, lezen we. Samen met de Twaalf heeft zij de heilige Geest ontvangen, zij die door diezelfde heilige Geest overschaduwd is bij de aankondiging van de engel… en zij heeft ontvangen van de heilige Geest.
Maria is dus innig verbonden met het geheim van Pinksteren, de dag waarop we het begin van de Kerk plaatsen. Als Moeder van Jezus mogen we haar ook aanroepen als Moeder van de Kerk.
Exegetische notities Evangelie
Johannes 19,25-34
Bij het kruis staan enkele vrouwen, onder wie Jezus’ moeder en de leerling die hij liefheeft. Evenals in het begin, bij de bruiloft te Kana, wordt de naam van zijn moeder niet genoemd. Ook de leerling blijft anoniem. Het is alsof het verhaal daarmee wil aanduiden dat zowel de moeder als de leerling daar niet op persoonlijke titel aanwezig zijn, maar functioneel, qualitate qua. Zij zijn daar als moeder en leerling. Jezus ziet zijn moeder en spreekt haar ook hier aan als ‘vrouw’, net als in Johannes 2,4. Van begin tot einde, van de aanvang tot de voltooiing, gaat het niet om een individu maar om een representatie, een vertegenwoordiging. De moeder is de belichaming van het volk, een naar heil reikhalzend Israël. Zij staat voor de maagd Sion, de kinderloze, de onvruchtbare, die ondanks alles een kind ter wereld brengt dat vrede is en een nieuw begin. Zij is opnieuw Eva, die leven schenkt en nu voorgoed. Zij brengt een nieuw volk voort en staat aan de aanvang van een nieuwe tijd. Daarom doet haar naam er niet toe. Zij is vooral symbool en staat daarom naast het kruis. Zij is aanwezig, tegenwoordige tijd.
Daarnaast staat de leerling die hij liefheeft. Aan hem vertrouwt Jezus vervolgens zijn moeder toe. Hiermee wordt het oude verbonden met het nieuwe. Het gelovige Israël tot nu toe, waarvan de moeder het toppunt is, wordt door Jezus toevertrouwd en overgedragen aan de getuige bij uitstek die vanaf het begin tot nu toe alles gezien en meegemaakt heeft. Hij is de waarborg van het verhaal en van de geschiedenis. Aan hem kan Israël worden toevertrouwd. Voortaan, zegt Jezus, is ieder die tot geloof en heil wil komen, aangewezen op het getuigenis van deze geliefde leerling.
Op deze manier geeft Jezus zijn openbaring door. Het is het geboorte-uur van de nieuwe gemeenschap die achterblijft zonder hem, maar door hem in zijn moeder wordt overgedragen aan de leerling die hij liefheeft. Deze is van af nu de drager van de traditie. In hun midden blijft de moeder, de oorsprong.
Alles is nu voltooid. Jezus keert terug naar de Vader. Het is de taak die hij zich gesteld heeft. Zoals het zijn voedsel is de wil van de Vader uit te voeren, is het ook zijn dorst. Hij dorst ernaar zijn taak te volbrengen. De omstanders begrijpen, zoals zo vaak, ook nu zijn woorden letterlijk en denken dat hij wat wil drinken. Jezus drinkt van de zure wijn om te laten zien hoezeer hij dorst naar God en zegt: ‘Het is volbracht.’ Zijn doel is bereikt. Op die manier laat hij zien dat hij wist wat er zou gebeuren. Hij is nog steeds meester over zijn eigen lot. Hij geeft het over, hij geeft de geest. Alle vier de evangelisten beschrijven zijn sterven op deze manier. Dit geven is daarmee een bewuste daad. Zelfs de dood is een handeling van Jezus.
Volgens de Joodse wet mochten de lichamen van terechtgestelden niet een nacht dood blijven hangen en moesten zij nog diezelfde dag worden begraven. Om de dood van gekruisigden te bespoedigen, werden daarom de benen gebroken. Maar omdat Jezus reeds dood is, hoeft dit bij hem niet te gebeuren. Zo blijven zijn benen heel. Daarmee verwijst Johannes naar het paaslam waarvan de benen niet gebroken mogen worden (Exodus 12,46; Numeri 9,12).
Op de vooravond van Pasen is hier het nieuwe paaslam, ongeschonden. Het is de belichaming van de gerechte mens die door JHWH wordt gered en heel gehouden. Maar geheel ongeschonden blijft het lichaam niet: een soldaat steekt een lans in zijn zijde. Terstond vloeit er bloed en water, het bewijs dat Jezus is gestorven. In die tijd geloofde men namelijk dat de mens bestond uit bloed en water. Tegelijk is het een verwijzing naar het levend water dat Jezus geeft, waardoor een mens geen dorst meer zal hebben (Johannes 4,14) en zijn bloed. Degene die dit drinkt blijft in hem en hij in hem (Johannes 6, 53-56).
Focus
Maria, letterlijk moeder van Jezus en symbool voor het volk Israël: zo staat zij aan de basis van Jezus zelf en wat er uit Hem voortkomt. Zij is oorsprong van de nieuwe gemeente die door de geliefde leerling gevormd wordt na de dood van Jezus. Omdat de kerk vervolgens voortkomt uit deze nieuwe gemeente kan Maria met recht de Moeder van de Kerk genoemd worden, zoals Eva ooit bron van alle leven was.
Suggestie: Internationale Internationale Dag van de Vermiste Kinderen
Jaarlijks wordt op 25 mei, de dag na deze viering dus, de Internationale Dag van de Vermiste Kinderen gehouden, met het vergeet-mij-nietje als symbool. De dag is bedoeld om extra aandacht te vragen voor vermiste kinderen en voor de gevolgen voor de achterblijvers. Bij de voorbede kan er wellicht een intentie worden toegevoegd voor vermiste kinderen en degenen die achterblijven.
Deze teksten en suggestie zijn genomen uit de ‘Handreikingen voor liturgie voor de zon- en feestdagen’ van Berne Media. In deze uitgave staan exegetische notities voor elke lezing en antwoordpsalm, een ‘kapstok’ voor de verkondiging, misteksten, voorbeden en diverse andere suggesties voor vieringen met gewijde of niet-gewijde voorganger. Voor meer informatie over de uitgave en een abonnement, zie de website van Berne Media.