Zie ik het goed? Bij enkele optredens op het Eurovisie Songfestival zie ik bij verschillende artiesten in beeld en in woord de duivel, of satan, langskomen. En ik dacht dat deze onheilspellende figuur allang verdwenen was uit onze collectieve grabbelton. Neen dus. En daar springen en dansen ze, in een wirwar van figuren en spetterende muziek. Gelukkig dat er ook een Française was die Voilà roept en zich van een wat rustiger genre bedient. Een verademing voor mijn gevoelige oren….
Maar de duivel maakt een comeback. Hij is nog niet gerationaliseerd door de achterdeur verdwenen. Ik denk dat we hem nog wel meer zullen tegenkomen. Waarom? Omdat er zoveel in de wereld aan de hand is, tot duivelse toestanden toe. Het is toch niet normaal dat iemand zonder enig motief zes mensen neersteekt, waarvan er dan ook nog een sterft? Of dat met gif ongewenste criticasters worden weg gezuiverd? Ik moet denken aan de bekende psychiater Karl Gustav Jung die rond 1920 al bij patiënten in hun dromen en onderhuidse gevoelens de ‘Blonde Bestië’ waarnam. In 1933 kwam de ware Ariër aan de macht en na een donkere periode en zeventig miljoen doden, leven we sindsdien – hier in Europa – in vrede. Betrekkelijke vrede want onvrede steekt geregeld de kop op.
Hebben we wat aan die terugkeer van de duivel? Laten we het niet bagatelliseren. Onderhuidse kwalijke stromingen een naam geven, ze duivels noemen, ze een bestaan geven (al is het maar in taal en teken), maakt dat we er ook mee kunnen leren omgaan. Iets benoemen, werkt helend.