‘Je moet goed drinken, vooral met dit weer,’ hoor ik mijzelf zeggen tegen mijn bonuszoontje. Over het algemeen drinkt hij veel te weinig. Ik denk dat de reden hiervan is dat hij bij het zindelijk worden in de nacht vaak nog ongelukjes had. Dit had verschillende redenen. Uiteindelijk was hij erachter gekomen dat wanneer hij bijna niets dronk, hij ook niet zo veel hoefde te plassen. Hij durfde niet meer te drinken. Nu is de angst voor het drinken waarschijnlijk al weg maar is het weinig drinken meer een gewoonte geworden. Ik blijf naar manieren zoeken om hem te helpen. Ik koop leuke en grappige bekers en rietjes en wissel met het drinken dat hij krijgt. Langzaam gaat het beter. Maar ook de nieuwe grappige bekers worden normaal. Nu blijft de vraag: zal hij de beker leegdrinken?
Een mens kan niet zonder drinken. Ook is drinken in zoveel andere opzichten een essentieel onderdeel van ons leven. Dit zie je vooral nu de terrassen, en ondertussen ook de restaurants, eindelijk weer open zijn. Iedereen wil weer samen proosten. Samen een drankje doen is weer mogelijk en daar wordt goed gebruik van gemaakt. In welke cultuur we ons ook bevinden, samen een drankje doen is de universele taal van het vieren van – en het delen in – vriendschap. Het is een moment van aandacht hebben voor elkaar. Dit alles doet mij denken aan de beker van het leven die Jezus wilde delen met zijn vrienden. Op het moment ben ik een overweging aan het voorbereiden over de Bijbeltekst waar Jezus aan Jakobus en Johannes vraagt of ze de beker kunnen drinken die Hij moet drinken. Nogal een grote vraag nu ik er zo over nadenk. Diezelfde vraag stelt hij ook aan ons. Zijn wij bereid om de beker te drinken en te delen? Kunnen we de beker van ons leven vasthouden en heffen naar de ander? Zijn wij bereid om ons leven in eigen handen te nemen, het te delen en het te doorstaan?
Laat ik de vraag eerst aan mijzelf stellen. Moet ik voor mijzelf ook manieren blijven zoeken om de beker te aanvaarden zoals letterlijk bij mijn bonuszoontje het geval is? Voor hem won de angst voor het drinken nog te vaak en bij mij is dat soms ook het geval. Het drinken van de beker is het in bezit nemen van ons eigen, unieke leven en dit aanvaarden.
Het is het delen in lief en leed en het loslaten van de angst en de onzekerheid.
Vaak denk ik dat ik eindelijk de kracht gevonden heb om mijn leven in mijn eigen hand te nemen. Ik weet immers wie ik zelf ben en ik kijk bewust naar mijn leven en mijn handelen. Ik ben bereid ten volle te leven. Toch schrik ik af en toe nog terug.
Het helpt dan om mijn beker te delen met anderen. Om kwetsbaar te durven zijn en te zeggen: ‘Ik kan het niet altijd alleen.’ Dit is niet altijd makkelijk. Je wilt een ander niet belasten.
Het mooie van het proosten op het leven is dat we allemaal tegen zaken aanlopen. Het delen ervan maakt je lichter. Toch voel ik nog heel vaak dat ik de zware dingen zelf moet en wil dragen. Ik hoop dat het geloof, dat Jezus het al voor mij gedragen heeft, helpt en ervoor kan zorgen dat ik het makkelijker los kan laten.
Jezus’ beker is de beker van het nieuwe altijddurende verbond. Wanneer wij delen in het leven, vreugde en in de kwetsbaarheid wordt dit zichtbaar. God gaf zichzelf zodat wij kunnen leven.
Misschien wordt het tijd voor mij om mij weer vertrouwd te maken met de verbondenheid die God, in Jezus, mij heeft beloofd. Mijn beker kent een basis van liefde, gedragenheid en verbondenheid en hiervoor mag ik dankbaar zijn. Ik mag weten dat wanneer ik de beker hef op het leven, dit ook een beker van zegeningen wordt.
Dus bij dezen: proost op het leven!
Deze column is geïnspireerd op Mattheus 20,20-23 en het boek Kun je de beker drinken?van Henri Nouwen.