N.a.v. Matteüs 6,1-6.16-18
Into great silence: zo heet de indrukwekkende film over de kartuizers in de Grande Chartreuse. Twee uur beelden, bijna zonder geluid, alleen ‘omgevingsgeluid’ van een druppende kraan, een piepende deur, een sloffende monnik. Een film over mensen die de eenzaamheid kiezen als weg van gebed, van ontmoeting met God. Voor weinigen weggelegd, voor velen een stimulans om ook zelf in te keren in dat kostbare hutje diep van binnen dat je hart is en van waaruit je je keert tot het hart van de A(a)nder.
Deze beelden komen in mij op wanneer ik dat korte stukje in de Bergrede van Jezus lees waar staat dat je aalmoezen-geven, vasten en bidden niet voor het oog van de mensen moet doen, maar dat je je moet terugtrekken in je binnenkamer om de Vader die in het verborgene is, te ontmoeten. Niet pochen op je goede werken maar ze doen ‘om-niet’, belangeloos, dus uit liefde.
Dat is niet vanzelfsprekend. Onlangs was er een enquête over vrijwilligerswerk naar aanleiding van (dacht ik) de dag van NL-doet. Resultaat: er is een verschuiving van de motivatie. Vrijwilligerswerk werd veelal gedaan ‘om de ander’. Vandaag is het aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet om zelf zich te kunnen ontplooien, groeiend. Het gevolg is dat men sneller afhaakt als men zelf er minder plezier er aan beleeft. Bij ieder vrijwilligerswerk moet je soms ook even op de kaken bijten.
Dan is die oproep van Jezus om bij je vrijwillige inzet niet te focussen op wat je voor je zelf kunnen ‘cashen’ maar dat het gaat om de innerlijke ontmoeting met God, met de Christus. ‘Wat je aan een van de minsten der mijnen hebt gedaan, heb je aan Mij gedaan.’
‘Uw Vader die in het verborgene ziet’, zal het u vergelden.