‘Ik zal wel stiekem een foto maken,’ appte ik hem toen ik in de supermarkt voor de zoveelste keer zijn lookalike tegenkwam. Hij is precies een jongere versie van hem. Nu ben ik bang om zijn lookalike tegen te komen. Bang dat het te veel pijn doet om iemand te zien die op hem lijkt.
Wij mensen hebben allemaal voorbeeldfiguren nodig in ons leven en Thomas was voor mij één daarvan. We leerden elkaar kennen in het begin van onze tienerjaren. Ik keek tegen hem op. Ik trok mij er iets van aan als hij mijn spelling corrigeerde en wilde hem laten zien dat ik groeide. Maar bovenal vonden we elkaar omdat wij dezelfde gevoeligheid hadden en dezelfde liefde voor toneelspelen. Het was geen vriend die ik regelmatig zag, soms gingen er jaren overheen omdat onze levens niet helemaal synchroon liepen. Toch bleef hij in de jaren dat we elkaar niet zagen altijd in dierbare herinnering omdat hij één van de personen was die mij leerde mijzelf te worden. Daardoor wist ik dat hij nooit helemaal uit mijn leven zou verdwijnen. We hebben elkaar in de loop van de jaren vaak weer gevonden en dan was alles net zoals vanouds. Ik wist alleen niet dat de laatste keer dat ik hem terugvond zo’n heftige tijd zou zijn en ons hernieuwde contact zo kort zou duren.
Ik zie ons nog lopen in de dom van Keulen, allebei tieners en het theater in ons bloed. ‘Zullen we doen alsof we Amerikaanse toeristen zijn die elkaar al heel lang niet hebben gezien? Dan loop ik door de deur en jij staat er al.’ Zo begon onze casus voor een potje improvisatietheater. Ik liep door de deur en vloog hem om zijn hals. ‘Hello, so good to see you,’ zei ik terwijl ik hem een aantal kussen op zijn wang gaf. Precies op dat moment kwam er een bewaker naar ons toe die ons op zijn meest vriendelijke doch dringende Duits verzocht om de kerk te verlaten. Er wordt niet gekust in de kerk, ‘RAUS.’ Wat verslagen en half giechelend liepen we de kerk uit met onze ouders beschaamd erachteraan.
Samen naar de bioscoop ‘Shark Tale’ en daarna samen pizza eten waar ik het liedje ‘can’t touch this’ zong totdat zijn irritatiepuntje was bereikt. Een Loesje-workshop in Groningen waar ik voor het eerst zelf met de bus naartoe ging. Op het station wisten we allebei niet hoe we moesten lopen naar de Martinitoren. Gevoelsmensen waren we allebei dus keek hij niet raar op toen ik zei: ‘We volgen die mensen voor ons omdat ik het gevoel heb dat die ook naar de workshop gaan.’ Hij stemde er meteen mee in en, ja hoor, deze mensen liepen niet alleen naar de Martinitoren maar tevens naar de Loesje-workshop. En om dit bijzondere voorval nog kracht bij te zetten, kan ik schetsen dat van alle mensen die die dag in Groningen waren er maar twintig naar de workshop gingen.
Later, toen ik in Utrecht woonde, kwam hij mij nog opzoeken om mij mee uit te nemen na een ziekteperiode die ik doorgemaakt had. En toen werd hij ziek. De eerste keer dat hij het doormaakte wist ik daar niets van, dat was in de periode dat wij elkaar net weer uit het oog verloren waren en zijn sociale media op pauze stonden. Niet lang daarna kregen we weer contact en ben ik bij hem op bezoek geweest. Het leek allemaal zo goed te gaan maar de ziekte kwam terug. ‘Gelukkig heb ik het al eens doorgemaakt, ik weet wat me te wachten staat,’ zei hij. Hij die zijn omgeving leerde om dichtbij zichzelf te blijven, bleef ook hierin dichtbij zichzelf staan. Hoopvol maar reëel. Toen hij in het ziekenhuis lag, kreeg ik het volgende bericht: ‘Het is geestelijk niet de meest gezonde omgeving om in opgesloten te zijn, maar voor de tijd dat het nodig is, red ik mij wel. Ik ben hier genoodzaakt de stilte in mijzelf vaker op te zoeken. Een hele prestatie voor een ADD-ertje zoals ik.’
Ik antwoordde hem dat het al een hele prestatie is om te weten dat die stilte in jezelf zit. Dat contemplatie je ook dichtbij jezelf kan brengen en dat een bepaalde mindset ook je gezondheid kan bevorderen. Dat het niet altijd gaat om sterk te blijven of ertegen te vechten maar een weg te zoeken tussen acceptatie, gelatenheid, hoop, moed, vertrouwen stilte, zwakte, sterkte, geloof, liefde en zoveel meer.
Hij vertelde mij dat ik hiermee precies beschreef hoe het was en grapte erachteraan dat ik een prima non geweest was.
Maar het liefst wilde ik natuurlijk niet dat hij het nog eens door moest maken. Kon ik niet altijd de woorden vinden die hem hielpen. Hield ik mij steeds vaker stil omdat alles afgezaagd leek en ik hem niet nog meer energie wilde laten verspillen in het sturen van appjes terug. Ik liet weten dat ik aan hem dacht. Ik wist dat ik mij niet voor kon stellen hoe het was om in zijn schoenen te staan en ieder bericht dat ik stuurde voelde als een loos advies, maar soms deed ik het wel. Omdat ik hem alle sterkte toewenste die hij nodig had. Ik stuurde hem een bericht: ‘Ik hoop dat je je innerlijke kracht kunt blijven vinden en wanneer je deze niet hebt durft te leunen op de kracht van een ander.’
Woorden zijn zo moeilijk te vinden in deze situaties dus stuurde ik hem steeds vaker een foto en wilde hij weten hoe het op het eiland was. Het hielp om ook met anderen bezig te zijn en daar kan ik wel aan relateren. Toen hij zelf te zwak was om te reageren, wenste ik dat ik meer gedaan had. Maar ik kan vertellen dat dit helemaal niets helpt. Jezelf de schuld geven in zo’n situatie doet aan niets goed. De gelatenheid die Thomas had mocht een les zijn. Hij wist wat hij meemaakte maar de hoop en de rust die hij uitstraalde tot het eind heeft hem en zijn naasten ook rust gegeven. Hij koos voor de weg om tot het laatste moment behandelingen te ontvangen met de wetenschap dat het twee kanten op kon gaan. Het gevoel dat niet alles eraan gedaan was, kon niemand hebben.
De laatste jaren dat wij weer contact hadden heeft hij mij meer geleerd dan ooit tevoren. Daarom weet ik nog steeds zeker dat hij niet helemaal uit mijn leven zal verdwijnen. Want waar liefde is, is geen voorbij, in alles is hij. Ik hoef niet bang te zijn als ik zijn lookalike tegenkom. Dat herinnert mij er alleen maar aan wat een mooi mens hij was vanbinnen en buiten en ik kan alleen maar dankbaar zijn met de herinneringen die hem levend maken.
Deze column is geschreven in overleg met familie en naasten in memoriam van Thomas, die alles gegeven heeft in de strijd tegen kanker. In de hoop dat dit ieder kan bemoedigen die een soortgelijke situatie meemaakt of meegemaakt heeft.