N.a.v. Lucas 4,38-44
Bidden… genezen… duivels uitdrijven… en weer bidden…
In het verslag van een dag van Jezus gaat het niet om een prachtige toespraak waarin Hij zijn boodschap aan de man / vrouw brengt. Het is bidden en genezen. Dat is het werk van het gebed en het werk van de genezing. En daardoor heen raakt – door Jezus – Gods hand de mens aan.
Genezen in de Bijbel is nooit louter een medisch gebeuren, steeds is ook de Andere Dimensie bezig en dat maakt het spannend. Met de medische wetenschap zijn we bevoorrecht, zeker in onze streken. We mogen er dankbaar om zijn. De mens is echter meer dan ‘goed geoliede machine’ waaraan af en toe iets hapert en uiteindelijk alles versleten is en het lichaam er mee uitscheidt. Een mens heeft ook een ziel, daar waar hij zich kan richten tot de Eeuwige, naar wiens beeld en gelijkenis hij geschapen is. God voltooit de natuur van de mens.
Intussen gaat Jezus rustig door. Hij draagt die Andere Dimensie in zich, hoeft er niet prat op te gaan, Hij is het gewoon. Mensen die met Hem in aanraking komen en zich openstellen, worden aan Hem genezen. Het is steeds een gevolg van een ontmoeting, een relatie.
Als het hier opgaat, zou het dan bij ons niet ook kunnen gebeuren? Geënt zijn op God en bidden dat de mensen met wie we in contact komen zich herstellen van hun kwetsuren en weer vrijuit – genezen, kunnen bewegen onder Gods aanschijn? Onze samenleving is behoorlijk beschadigd door mensen die louter voor zichzelf kiezen, of dit nu in persoonlijk verkeer is of op mondiaal vlak. Ommekeer, verandering begint altijd ergens waar mensen de uitdaging opnemen.