N.a.v. Genesis 3,9-15.20
De vrouw heeft van de vrucht van de boom gegeten en toen is alles verkeerd gegaan… Was het maar zo eenvoudig!
Deze lezing uit het boek Genesis klinkt op het feest van de Onbevlekte Ontvangenis van de Maagd Maria. Je mag zeggen dat dit een typisch katholiek feest is. Maria als Moeder van Jezus, oké; Maria als Moeder van de Kerk, dus de gemeenschap van alle gelovigen, dat kun je ook nog wel aannemen. Maria Moeder van God, daar zullen sommigen hun vraagtekens bij zetten. Maar dat Maria van haar allereerste begin (vanaf haar ontvangenis) gevrijwaard is van zonde, dat is lastiger. Je kunt het onderbouwen met het oog op Jezus die uit haar geboren is. Hij, Zoon van God, moet toch vanuit een grote zuiverheid voortgekomen zijn!
Ik waag toch ook me voor te stellen dat met al de zonde in de wereld, dus met al die krachten die het samenleven willen ontwrichten, we nood hebben aan mensen die deze wetmatigheid doorbreken. Die ontwrichting is een gevolg van de vrije keuze van ‘de mens’ om zelf zijn boontjes te willen doppen. Dat geeft hem vrijheid, waardigheid, creativiteit waardoor hij een ander voluit kan liefhebben. Het geeft hem ook de vrijheid om verkeerde keuzes te maken die hem ongeluk brengen.
Dat Eva van de verboden vrucht genomen heeft, en Adam er in meegetrokken heeft, zie ik positief: ze heeft haar vrijheid genomen. Dat heeft hen het paradijs gekost. Het verlangen naar het ‘lost paradise’ (het verloren paradijs) blijft in mensen aanwezig. In alle vrijheid zullen we samen moeten werken aan de restauratie van dit paradijs. Jezus noemt dat het Rijk Gods.
Nu zien we in Maria dat zij daar ten volle aan heeft meegewerkt, vanaf het prille begin. Het is niet voor niets dat zij uitgekozen is om de moeder te worden van Jezus, Zoon van God. Het verhaal van het Begin (Genesis) is onlosmakelijk verbonden met het begin van de moeder van Gods Zoon, Maria.