‘Ik ben mijn ouders dankbaar dat zij mij hebben geïntroduceerd in een gelovige traditie.’

‘Ik ben mijn ouders dankbaar dat zij mij hebben geïntroduceerd in een gelovige traditie.’
Dubbelinterview Maria Martens, Vincent de Paul Center Nederland en Peter Broeders, Kerk in Nood 

Waar liggen je wortels en welke rol speelde kerk en geloof in jullie gezin?

Maria:

Ik ben geboren in 1955, in de Achterhoek, kom uit een katholiek gezin, heb vier broers. Ik ben geboren vóór Vaticanum II. We gingen elke zondag naar de kerk, hadden twee keer per week een schoolmis, gingen met de school biechten, deden mee aan processies. Met mijn broers speelde ik op zolder ‘misje’, het irriteerde me nogal dat ik als meisje alleen maar de communie (een pepermuntje) mocht ontvangen. De Mariamaand vond ik heel leuk vanwege het Lof, met het zingen en het kletteren van de rozenkrans tegen de banken. Geloof en ook de kerk was een vanzelfsprekend gegeven in onze familie, al werd niet alles voor zoete koek aangenomen. Wij werden allemaal geacht om naar de kerk te gaan en dat deden we gewoon. Ik had er niet echt iets mee maar had er ook geen hekel aan. Het hoorde erbij.

Later vond ik de kerk ook interessant. Waarom geloven mensen, hoe kan het dat iemand mensen na 2000 jaar nog steeds weet te inspireren, waarom willen mensen bij de kerk horen terwijl die in het verleden zo veel fout gedaan heeft? Dat fascineerde mij en was de reden dat ik theologie ben gaan studeren. Tijdens mijn studie heb ik anderhalf jaar op een project in Kameroen mogen werken. Daar kwam ik in een wereld die gewoon gelovig ís, waar je niet kunt uitleggen dat je níet-gelovig bent. Daar ben ik mezelf steeds meer als gelovig gaan ervaren. Ik ben mijn ouders dankbaar dat zij mij hebben geïntroduceerd in een gelovige traditie.

Peter:

Ik ben het met dat laatste helemaal eens. Ik denk dat je je om je überhaupt tot de werkelijkheid te kunnen verhouden het helpt dat je een bepaalde wijze van naar de werkelijkheid kijken wordt aangereikt. Dan kun je daar vóór of tegen kiezen. 

Mijn wortels liggen in Brabant, ik ben geboren in 1963 en heb het tweede Vaticaans Concilie dus niet bewust meegemaakt. In ons gezin was het geloof vanzelfsprekend en tegelijkertijd was er een grote openheid. Het geloof werd het meeste gedragen door mijn familie van vaders kant. In zijn familie was een oudoom frater, waren er vier zusters van Schijndel en de oudste broer van mijn vader was pater bij de Heilig Harten. Mijn vader kwam uit een onderwijsfamilie. Zij zijn zeker van invloed geweest op de weg die ik ben ingegaan. Mijn moeder kwam uit een ondernemersfamilie, een meubelfabriek. Vanwege dat familiebedrijf ben ik bedrijfseconomie gaan studeren. Later voelde ik me toch meer aangetrokken door  maatschappelijke en kerkelijke organisaties. 

Maria:

Ook wij hadden een familiebedrijf, Martens Brandkasten.  Brandkasten verkoop je alleen maar met vertrouwen en kwaliteit. En een familiebedrijf heeft altijd de lange termijn voor ogen en ook oog voor het welzijn van de medewerkers. Bij mij werkt dat ook door in de manier waarop ik in het leven sta. Ook voor mij zijn vertrouwen, kwaliteit en oog hebben voor mensen, belangrijke begrippen 

Peter:

Mijn vader maakte de overstap van het onderwijs naar het familiebedrijf. Ik heb gezien, ervaren en geleerd hoe hij dat invulde. Heel veel van wat de sociale leer aan waarden vertegenwoordigt zag je bij hem terug, zonder dat hij dat allemaal benoemde. Dat heeft mij ook beïnvloed.

Welke waarde van het Katholiek Sociaal Denken vind jij het belangrijkst?

Peter:

Voor mij is dat menselijke waardigheid.  Dat is voor mij heel erg verbonden met dat je de Ander nodig hebt. Geloof was een vanzelfsprekendheid. Tijdens mijn studententijd had ik ook vrienden van andere denominaties. In die periode heb ik erg nagedacht over wat geloof voor mij betekende en waar ik zelf stond. Ik heb toen de keuze gemaakt om datgene te bevestigen waartoe ik geroepen ben namelijk om rooms katholiek te zijn. Ook in het besef dat wij mensen het uiteindelijk niet alleen kunnen en God daar in Jezus Christus een handreiking voor gedaan heeft. 

Maria:

Het eerste wat bij mij op komt is naastenliefde. Hoe wil je in het leven staan? Hoe wil je je verhouden tot de ander? De oproep om er te zijn voor de ander vind ik de grootste uitdaging. We zijn geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, dat betekent dat je geroepen bent om je in te zetten voor de ander. Recht doen aan de verscheidenheid van mensen en dat je daarvoor ook respect hebt. De kardinale deugden vind ik ook heel belangrijk (rechtvaardigheid, matigheid, voorzichtigheid in oordelen en volharden). De vier belangrijkste waarden/uitgangspunten van het Katholiek Sociaal Denken zijn rechtvaardigheid, solidariteit, subsidiariteit en Algemeen Belang. Die zijn met name ook belangrijk als het gaat om de inrichting van de samenleving. Alle vier. In de Logia bijeenkomsten heb ik nog eens geleerd dat je niet kunt kiezen tussen die vier waarden maar dat je steeds moet zoeken hoe in het beleid alle vier de uitgangspunten het beste tot hun recht kunnen komen. Het gaat om de samenhang. De grote uitdaging voor de politiek is, te zoeken naar een goed evenwicht tussen die vier waarden/uitgangspunten.

Peter: Je kunt die waarden inderdaad niet uit elkaar trekken. Bij menselijke waardigheid komen ze eigenlijk allemaal bij elkaar.  In mijn werk voor Kerk in Nood heb ik geconstateerd dat subsidiariteit een belangrijke waarde is. Wij werken met projectvoorstellen die voorgesteld worden door de lokale kerk. We sturen geen consultants, de lokale kerk voert het project uit, de prioriteiten liggen bij hen. Dat is een mooie, katholieke manier van werken. 

Waarom is het belangrijk dat Kerk in Nood Nederland bestaat?

Op de eerste plaats zijn we er natuurlijk omdat er helaas op veel plaatsen in de wereld nood is. Daarom roepen we in Nederland op tot gebed en steun voor mensen elders, maar ik vind dat wij een brugfunctie vervullen.  De mensen in Nederland stellen we in de gelegenheid om hun solidariteit met ook broeders en zusters van elders concreet te maken en zo handen en voeten te geven aan de Katholieke Sociale Leer. En we laten de verhalen van daar hier horen. Informatieve, trieste, maar vaak ook inspirerende verhalen. Ik denk dat dat de mensen hier kan helpen. Kerk in Nood is bovendien de enige Rooms Katholieke organisatie die consequent aandacht vraagt voor de thema’s christenvervolging en godsdienstvrijheid. Godsdienstvrijheid past heel goed bij onze Rooms Katholieke organisatie want deze wordt in de conciliedocumenten benadrukt. Kerk in Nood richt zich vooral op pastorale projecten en werkt daarbij vanuit een eigen charisma, we helpen het kruis dragen. Een belangrijk thema bij Kerk en Nood is ook verzoening. Dat zit in onze geschiedenis en in onze genen. Zo steunen we nu bijvoorbeeld projecten in Rwanda om een gezamenlijke toekomst voor daders en slachtoffers van het verleden mogelijk te maken.

Waarom is het Vincent de Paul Center Nederland belangrijk?

Vincent de Paul was een priester uit de zeventiende eeuw. Hij leefde in een tijd dat de kerk erg op zichzelf gericht was. Een tijd van armoede, kindersterfte, ondervoeding, epidemie, en nauwelijks voorzieningen. Hij werd daardoor geraakt en heeft gepreekt en om hulp gevraagd. Die kwam massaal. Hij zag toen dat die hulp er was maar dat er ook organisatie, vorming en motivatie nodig was. Het Vincent de Paul Center Nederland houdt zich hiermee bezig. We organiseren bijeenkomsten voor verdieping en inspiratie, retraites, cursussen. Zo laagdrempelig mogelijk.  We willen mensen inspireren om te werken aan een betere samenleving, het goede te blijven doen. Afgelopen september vierden we ons tien jarig bestaan in Nederland. Omdat er nog steeds veel armoede bestaat, blijft het werk belangrijk.

Was er een bijzonder moment of hoogtepunt in je werk en wat doe je graag in je vrije tijd?

Maria:

Bijzonder vond ik het om met voorkeursstemmen gekozen te worden in het Europees Parlement. Gekozen worden tot Europarlementariër van het jaar met name voor mijn inzet voor ontwikkelingssamenwerking was ook heel speciaal. Dat Kardinaal Simonis mij heeft gevraagd om voorzitter te worden van het Bisschoppelijke Comité voor het jubileumjaar 2000, was ook bijzonder. Tijdens een bijeenkomst in het Vaticaan met alle voorzitters van de hele wereld bleek ik de enige leek en de enige vrouw in die functie. 

In mijn vrije tijd houd ik van piano spelen, zingen, wandelen, mensen ontmoeten.

Peter:

Bij een inspiratie dag van Kerk in Nood in 2021 hadden we een Nigeriaanse priester uitgenodigd om te spreken en was de musicalgroep KISI gevraagd op te treden.

Bij een eucharistieviering voorafgaand aan de inspiratie dag was een ontmoeting tussen de jongeren van de Musicalgroep en de priester, tachtig jonge mensen zongen een zegen over hem uit, dat was heel ontroerend om mee te mogen maken.

In mijn vrije tijd is net als Maria muziek belangrijk, ik speel ook piano en zing graag. Afgelopen zomer heb ik mijn mastertheologie behaald. Verder ben ik graag bij familie en vrienden en in Oostenrijk. Mijn guilty pleasure is rijden in mijn twintig jaar oude cabrio. En ik was blij dat ik met mijn zoon bij de kampioenswedstrijd van Feyenoord kon zijn.