In deze rubriek zetten we elke maand een plant of bloem centraal met symbolische betekenis. Overigens… symboliek is geen exacte wetenschap. De ene geeft de ene betekenis aan een bloem, de andere een heel andere. Ze veranderen ook in de tijd. Zeventiende-eeuwse bloemstillevens kennen andere symboliek dan de verborgen ‘liefdesboodschappen’ uit de preutse Victoriaanse tijd. Deze maand:
De hulst: ondanks zijn stekeligheid de plant van het huiselijk geluk
Er zijn voor mij drie planten/bloemen die zeer sterk met Advent en Kerstmis verbonden zijn: de spar, de amaryllis en de hulst. De eerste leek me wat al te afgezaagd (sorry, flauwe woordgrap), de tweede is te exotisch. Dus gaan we deze maand voor de hulst.
Al van voor christelijke tijden is de hulst verbonden met de midwinterfeesten. Dat is niet zo verwonderlijk: het is een groen blijvende plant en de rode besjes geven er een mooie kleur aan. Spirituele betekenissen komen altijd achter praktisch nut aan, leerde mij een medebroeder. En dat klopt denk ik wel… daarvoor is de franciscaanse spiritualiteit aards genoeg. Ook in dit geval. Ik kan me goed voorstellen dat onze verre voorouders iets van kleur zochten om de midwinterfeesten mee op te sieren… en de hulst was voor handen en – na een prikkelbare reactie – bereid te helpen. Het is namelijk de enige groenblijvende plant die oorspronkelijk in de Benelux voorkwam.
Dat wil niet zeggen dat de hulst geen symbolische betekenis heeft. Integendeel: al eeuwen staat de hulst symbool voor bescherming (vanwege die prikkelbare reactie) en de komst van de nieuwe lente. Dat laatste is wat snel, want de winter is net, of nog net niet begonnen. Dat ligt er aan wat je aanhoudt: de meteorologische of de astrologische winter.
Maar dat is niet het enige. De hulst staat ook voor moederschap, liefde, vertrouwen en begrip, vaak samengevat tot ‘huiselijk geluk’. De Kelten noemde de hulst ’tinne’. Dat woord betekende ook ‘vuur’… dat in onze tijd (en nog meer in de hunne) zorgt voor de broodnodige warmte en licht.
Deze warme, beschermende, huiselijke plant helpt ons door de donkere tijd – in het bijzonder deze coronatijd – naar lichtere tijden, naar de lente. Tot slot schijnt de hulst te beschermen tegen blikseminslag. Wie een mooie kersttijd wil hebben, moet de hulst in huis halen, zou ik bijna zeggen. En mocht je kerstbezoek de anderhalve meter vergeten… dan kun je ze altijd nog met een hulsttakje van je lijf houden…
De hulst
De hulst is tweehuizig. Dat wil zeggen dat er mannelijke en vrouwelijke hulsten zijn! Wil je weten of je met een vrouwtje of een mannetje van doen hebt… dan zit je in de verkeerde tijd van het jaar. Je kunt het zien aan de bloemetjes: de wat grotere, gele bloemetjes zijn van het mannetje, de wat kleinere, witte bloemetjes zijn van het vrouwtje.
Het is een winterharde plant, dat moge duidelijk zijn, maar dat maakt hem ook sterk. Een takje in een vaasje zal er wekenlang mooi uitzien.
Een wijdverbreid misverstand is dat enkel de onderste bladeren van de hulst stekels hebben. Dat is niet waar. Zelfs als een hulst 15 meter wordt – en dat kan – dan is het bovenste blaadje even scherp als het onderste. Pas dus goed op dat je je niet bezeert. Pas ook op met kinderen en onze viervoetige huisgenoten, want de besjes zijn giftig voor mens en dier (vogels uitgezonderd).