Ayaan Hirsi Ali’s bekering tot het christendom

Ayaan Hirsi Ali’s bekering tot het christendom

Toch zou ik niet eerlijk zijn als ik mijn omhelzing van het christendom uitsluitend toeschreef aan het besef dat het atheïsme een te zwakke en verdeeldheid zaaiende leer is om ons te versterken tegen onze dreigende vijanden. Ik ben ook tot het christendom gekomen omdat ik uiteindelijk het leven zonder enige spirituele troost ondraaglijk vond – bijna zelfvernietigend.

Met deze woorden identificeert Ayaan Hirsi Ali zich publiekelijk als christen. Opgegroeid in een radicaal-islamitische context in Somalië, Saudi-Arabië, Ethiopië, Kenia, vluchtte ze in 1992 naar Nederland. In Nederland ontwikkelde ze tot een atheïstisch-feministische politica en opinieleider, die opviel door haar consequente kritiek op de islam. Ze was een prominent lid van de VVD en voor die partij Tweede Kamerlid van 2003 tot 2006. In 2004 maakte ze samen met Theo van Gogh, die later datzelfde vermoord zou worden door een islamitisch geïnspireerde extremist, de low-budget film Submission

De titel van deze film is een verwijzing naar het islamitisch-theologisch idee dat elke mens zich absoluut en definitief aan God moet onderwerpen, maar ook naar het idee dat de internationale moslimgemeenschap niet eerder zou rusten voor de gehele wereld aan de islam onderworpen is. Later publiceerde de Franse romancier en filmregisseur Michel Houcellebecq zijn boek Soumission met eenzelfde strekking. Moe geworden van de constante bedreiging in Nederland verhuisde ze naar de Verengde Staten waar ze sinds 2013 ook het burgerschap van heeft gekregen. Ze is werkzaam aan verschillende Amerikaanse onderzoeksinstituten.

Ayaan Hirsi Ali verhuisde drie keer binnen de islamitische wereld – Saudi-Arabië, Ethiopië, Kenia. Ze verhuisde drie keer van werelddeel – Afrika, Europa, Noord-Amerika. Ze vroeg en kreeg tweemaal een nieuw staatsburgerschap aan – de Nederlandse en de Amerikaanse. Ze bekeerde zich tweemaal in haar leven: tot een radicaal moslimfundamentalisme in Kenia en tot een geharnast atheïsme in Nederland en later Amerika. Nu – zo blijkt uit een vandaag gepubliceerde column op de conservatieve mediawebsite UnHerd, getiteld “Why I am now a Christian”, “Waarom ik nu een christen ben” (https://unherd.com/2023/11/why-i-am-now-a-christian/) – voegt ze er een derde bekering aan toe. En daar heeft ze meerdere redenen toe, zo zegt ze: 

De heropleving van autoritarisme en expansionisme van grootmachten in de vorm van de Chinese Communistische Partij en het Rusland van Vladimir Poetin; de opkomst van het wereldwijde islamisme, dat dreigt een groot deel van de bevolking tegen het Westen te mobiliseren; en de virale verspreiding van woke-ideologie, die zich een weg vreet in het morele weefsel van de volgende generatie.

China en Poetin, de islam en het wokeïsme: het is deze onheilige drie-eenheid waartegen de 54-jarige Ali zich tegen verzet. Maar ook het atheïsme moet het ontgelden onmachtig als die overtuiging is een zingevend perspectief te bieden.

Islam

Ali begint haar betoog met een gedeelte over de islam. Over 9/11 zegt ze dat “veel vooraanstaande leiders in het Westen” liever bleven volhouden dat de terroristen “gemotiveerd waren door andere redenen dan degenen die zij en hun leider Osama Bin Laden zo duidelijk hadden gearticuleerd.” Ali verbindt het islamitische gedachtengoed met imperialisme en geweld. Helaas, zo meent ze, ziet de wereld dat niet, of liever gezegd, de Westerse wereld geeft liever zichzelf de schuld. Dat is makkelijker dan geloven dat mensen dergelijke dingen doen omdat ze een bepaalde religie aanhangen. “Dus de islam had een alibi,” constateert ze. Ali kreeg dit gedachtegoed zelf ingegoten toen ze nog in Afrika woonde. Ze schrijft:

De predikers van de Moslimbroederschap lieten niets aan de verbeelding over. Ze gaven ons een keuze. Streven om te leven volgens het handboek van de profeet en oogsten de glorieuze beloningen in het hiernamaals. Op aarde was het grootste haalbare prestatie sterven als martelaar voor Allah.

Wie over de islam spreekt, zeker deze dagen, ontkomt er bijna niet aan om ook over Israël te spreken. Ali maakt in haar column een rechtstreeks verband tussen de aanslagen van 9/11 en de aanval op Israël op 7 oktober jongsleden door Hamas.

We hebben een vergelijkbare neiging gezien in de afgelopen vijf weken, waarin miljoenen mensen sympathiek staan tegenover het lot van de Gazanen en proberen de terroristische aanslagen van 7 oktober te rechtvaardigen als een gerechtvaardigde reactie op het beleid van de Israëlische regering.

Ze verbindt haar steun voor Israël met het rabiate antisemitisme waarmee haar islamitische leraren haar en haar mede-tieners vergiftigden:

We vervloekten de Joden meerdere keren per dag en uitten afschuw, walging en woede over de reeks vermeende misdaden die hij had begaan. De Jood had onze profeet verraden. Hij had de Heilige Moskee in Jeruzalem bezet. Hij bleef corruptie van het hart, de geest en de ziel verspreiden.

Ali staat achter Israël, die zij als bondgenoot ziet tegen het opdringende islamitische gevaar. Het is dan ook niet zo vreemd dat het concept van de joods-christelijke traditie inzet als tegenwicht. “Het enige geloofwaardige antwoord, geloof ik, ligt in onze wens om de erfenis van de joods-christelijke traditie hoog te houden.” 

Atheïsme

Naast de islam, moet ook het atheïsme het ontgelden. De titel van haar – lange en persoonlijke – column is een expliciete verwijzing naar de beroemde lezing van de atheïstisch filosoof Bertrand Russel in 1927 met de titel “Why I am Not a Christian’, “Waarom ik geen christen ben.” Over Russell en diens atheïsme zegt ze:

Je kunt begrijpen waarom atheïsme zo aantrekkelijk leek voor iemand die zo’n religieuze scholing had gehad. Bertrand Russell bood een eenvoudige, kosteloze ontsnapping aan een ondraaglijk leven van zelfontkenning en intimidatie van andere mensen. Voor hem was er geen geloofwaardig argument voor het bestaan van God.

Ali spreekt met genegenheid over haar atheïstische vrienden en kennissen, Christopher Hitchens en Richard Dawkins (bekend van zijn boek God als misvatting uit 2006). “De atheïsten waren namelijk slim. En je kon ook heel veel lol met hen hebben.” Maar volgens Ali faalt niet alleen het atheïsme als nieuw antwoord op de vraag wat ons verenigd, “Zo ook de poging om troost te vinden in de op regels gebaseerde liberale internationale orde.”

In de column wordt het boek van de Britse historicus Tom Holland, Dominion (2019) met instemming aangehaald. Dominion is een overzicht van twee millennia christendom, waarin de auteur de stelling verdedigt dat de Westerse samenleving uiteindelijk een product van het christendom is, inclusief de rechtstaat, de universele rechten van de mens, de welvaarts- en verzorgingsstaat en zelf homoseksualiteit. Het boek riep nogal gemengde gevoelens op, maar zelfs Terry Eagleton, een recensent van The Guardian moet toegeven: “Holland heeft zeker gelijk als het zegt dat we de morele obsceniteiten veroordelen die in de naam van Christus zijn begaan dat bijna niet kunnen doen zonder een beroep te doen op diezelfde christelijke traditie.” (https://www.theguardian.com/books/2019/nov/21/dominion-making-western-mind-tom-holland-review). Ali zegt daarover:

Die erfenis bestaat uit een uitgebreide reeks ideeën en instellingen die zijn ontworpen om het menselijk leven, de vrijheid en de waardigheid te waarborgen – van de natiestaat en de rechtsstaat tot de instellingen van wetenschap, gezondheid en leren. Zoals Tom Holland heeft laten zien in zijn prachtige boek Dominion, vinden allerlei schijnbaar seculiere vrijheden – van de markt, van het geweten en van de pers – hun wortels in het christendom.

Leegheid

De Westerse wereld is lucht en leegte geworden, aldus Ali. De leegte die ontstond door de secularisatie “is slechts gevuld met een warboel van irrationaal quasi-religieus dogma.” Wat die dogma’s zijn, wordt ook snel duidelijk. “Deugdsignaleringstheater namens een mishandelde minderheid of onze vermeend gedoemde planeet” noemt Ali deze nieuwerwetse sekten, verwijzend naar de cancel culture en de ecologische discussie. 

Er moeten drie gevechten worden geleverd. We kunnen China, Rusland en Iran niet weerstaan “als we niet aan onze bevolking kunnen uitleggen waarom het ertoe doet dat we dat doen.” Ook de woke-ideologie moet worden bestreden, maar dat kan alleen “als we de beschaving die het wil vernietigen” verdedigen. En tegen het islamisme bestaat alleen een strategie om de hearts and minds van de moslims voor onze zaak te winnen, en dat gaat “verder dan video’s op TikTok”. 

Ali weet vanuit haar opvoeding, zo zegt ze, hoe krachtig een allesomvattend religieus narratief is, “verankerd in de fundamenten van de islamitische geschriften.” Met dit allesomvattende narratief worden “de moslimmassa’s” gemobiliseerd tegen het Westen. “Tenzij we iets betekenisvols aanbieden”, vrees ze, “dat de erosie van onze beschaving zal voortduren.” Gelukkig hoeven we niet ver te kijken voor een alternatief, “het christendom heeft alles”.

Een nieuw begin

Ali’s column lijkt grotendeel op een bekend register te zijn geschreven. Rechtse politici en opinieleiders – zeker als ze een beetje meer richting de politieke randen marcheren – hebben een onbedwingbare neiging om het christendom te omarmen zonder er zelf in te geloven. Thierry Baudet van Forum voor Democratie is een bekend geval in Nederland. Hij flirt met de SGP en houdt lezingen voor extremistische christelijke media en groeperingen. Hier lijken vooral electorale redenen een rol te spelen: Baudet hengelt naar de conservatief-christelijke stem. Hij zegt de “waarden van het christendom te delen”, maar noemt zich wel liever een “cultuurchristen” en ziet zichzelf als de “beschermer van de christelijke wortels van de Westerse beschaving.” (https://www.ad.nl/politiek/onder-het-kerkorgel-bejubelt-baudet-het-christendom~a25557c6/

In dit spectrum lijkt Ali’s christendom ook af te spelen. Haar verhaal over haar bekering ademt rationaliteit en intellectualisme uit: het christendom als logische keuze in een wereld die niet meer weet wie ze is en hoe ze vooruit moet. Het christendom als een schuts tegen islam, woke en verre dictaturen. Een Westers christendom ook dat de Westerse waarden moet beschermen die het zelf heeft gevormd. Ali spreekt niet over haar spirituele bekering noch over een “ontmoeting” of een persoonlijke relatie met God of Christus. De woorden “christendom” en “christelijk” komt tientallen keren voor in Ali’s column. Het woord “God” komt wel een aantal keer voor, maar dan eigenlijk altijd in de context van haar kritiek op het atheïsme dat Diens bestaan afwijst. En het woord “Christus” -toch geen onbelangrijke persoon binnen het christendom – komt één keer voor:

Het werd steeds duidelijker dat de leer van Christus niet alleen een beperkte rol voor religie impliceerde als iets los van politiek. Het impliceerde ook mededogen voor de zondaar en nederigheid voor de gelovige.

Intrigerend genoeg lijkt Ali hier te suggereren dat uit de “leer van Christus” zelf een soort scheiding kerk-staat zou voort zijn gekomen. Dat mag wellicht historisch zo zijn – zie de opkomst van de christendemocratie – maar in het politieke programma van Jezus in het Nieuwe Testament is daar weinig van te merken. Het gaat maar door over armen en onderdrukten die bevrijdt en verhoogd moeten worden, terwijl de rijken en machtigen worden verlaagd en vernederd. 

Ook vraag ik mij af – helaas werkt dat zo in het christendom – welke denominatie ze heeft gekozen. Je kan namelijk – helaas – niet gewoon algemeen-beschaafd christen worden. Daarvoor moet je worden gedoopt en gedoopt wordt je altijd in een bepaalde kerk(gemeenschap). Ze gebruikt te weinig klassieke theologische begrippen in haar column om duidelijk uit te maken of ze voor de Anglicanen, Hervormden of Rooms-katholieken heeft gekozen, maar haar totale zwijgen over paus Franciscus – die natuurlijk niet helemaal lekker in haar politieke straatje past – en de katholieke sociale leer doen vermoeden dat ze niet rooms is geworden.

Persoonlijk

Maar Ali constateert ook dat Christus mededogen voor de zondaar en nederigheid voor de gelovige is komen brengen. En dat is een terechte observatie. En net op het moment dat je die christelijke nederigheid wil inzetten tegen de neo-christen Ali, volgt een laatste paragraaf aan de column:

Daarom beschouw ik mezelf niet langer als een afvallige moslim, maar als een afvallige atheïst. Natuurlijk heb ik nog veel te leren over het christendom. Ik ontdek elke zondag een beetje meer in de kerk. Maar ik heb erkend, in mijn eigen lange reis door een wildernis van angst en zelftwijfel, dat er een betere manier is om de uitdagingen van het bestaan aan te gaan dan wat zowel de islam als het ongeloof te bieden hadden.

Hier spreekt voor het eerst de gelovige politicus achter de politieke gelovige. Ze spreekt over leren, over naar de kerk gaan, over haar eigen lange reis door “een wildernis van angst en zelftwijfel.” Het is deze gemeenschap en deze reis waar het uiteindelijk omgaat. Niet om een schuts tegen China, niet tegen islamitisch geïnspireerd geweld, niet tegen de weg-met-ons-mentaliteit, maar een oprecht zoeken – in vallen en opstaan – naar degene die ons vooraf gaat.

Ik wens Ayaan Hirsi Ali van harte welkom bij de club. May you walk with Christ in grace and love. 

Beeld: Wikipedia