N.a.v. Marcus 16,15-20
Het is Hemelvaartsdag! De dag van dauwtrappen, van vroeg de deur uit om in de prachtige natuur met veel ontluikend groen te genieten van Gods Schepping. Het is de dag dat er in ons christelijk geloof een overgang gemaakt wordt van de lijfelijke aanwezigheid van Jezus te midden van zijn vrienden naar een aanwezigheid ‘op afstand’.
‘Een wolk onttrok Hem aan hun ogen’, staat er geschreven. ‘Een wolk’, de cloud, de plek waar we al onze herinneringen (onze paperassen) in opslaan? Je zou het bijna denken. Het woord ‘wolk’ staat er echt en dit woord heeft vandaag in ons digitale tijdperk een bijzondere betekenis gekregen. De cloud die er voor zorgt dat onze data goed opgeborgen zijn om ze – als de tijd daar is – weer op te halen, te bewerken, weer op te slaan tot aan de volgende exercitie.
Wanneer Jezus door een ‘cloud’ aan de ogen van zijn vrienden onttrokken wordt, dan is Hij heengegaan met veel ervaringen. Ervaringen van contacten met mensen die Hij genezen heeft, die Hij richting heeft gegeven. Mensen ook die Hem naar het leven hebben gestaan, Hem zelfs hebben geliquideerd op een kruis. Maar ook getrouwen die na zijn dood getuigen dat Hij leeft. Zoveel ervaringen neemt Hij mee de cloud in.
Ervaringen zijn evenzovele verbindingen met mensen. Deze mensen, zijn vrienden, zijn volgelingen, mannen en vrouwen, ouderen en jongeren, gaan verder. Tot op de dag van vandaag. Wij kunnen steeds weer een beroep doen op die cloud, op dat reservoir aan ervaringen om ze te benutten voor ons leven vandaag. Zoals Hij – Jezus – mensen benaderd heeft, ze heeft genezen, ze richting heeft gegeven, hen is voorgegaan, zo mogen en kunnen wij dit ook.
En steeds blijft die cloud boven ons hangen, vol herinneringen, vol ervaringen: een krachtbron.