Ontluikend christendom biedt een fascinerend overzicht van de Grieks-Romeinse wereld in de eerste eeuwen van onze jaartelling. De Waele, docent in het Protestants Godsdienstonderwijs en docent Nieuwe Testament aan het Hoger Instituut voor Protestantse Godsdienstwetenschappen in Brussel, richt zich op de 1e tot de 4e eeuw. Hij tekent deze eeuwen als een multiculturele en multireligieuze werkelijkheid.
door Adri van der Wal
In deze context ontstond de nieuwe beweging van christenen. Zij ontstond oorspronkelijk als groepering binnen het jodendom, maar door vele oorzaken groeide zij daarvan weg en werd tot een nieuwe godsdienst. Om de beginfase, door De Waele aangeduid als ‘ontluikend christendom’, te begrijpen, is kennis van de Joodse en de Grieks-Romeinse context onmisbaar. Minutieus en op heldere wijze beschrijft hij de leef- en denkwereld van Joden, Grieken en Romeinen, waarna de auteur in het laatste hoofdstuk de geschiedenis van het vroege christendom schetst. In zijn inleiding geeft de auteur aan dat hij zich heeft laten leiden door drie kernvragen: hoe mensen toen leefden, wat zij geloofden en hoe zij dachten (blz. 16). Voorafgaand geeft hij in het eerste hoofdstuk een beschrijving van het dagelijks leven in de eerste eeuwen n. Chr., waarin hij onder meer aandacht geeft aan het gezin, onderwijs, dood en begrafenis, huisvesting, de organisatie van de Romeinse samenleving.
De Waele laat duidelijk de enorme diversiteit zien in zowel de Joodse als de Grieks-Romeinse als de christelijke wereld. Het laatste hoofdstuk maakt tevens zichtbaar hoe het vroege christendom zich verhield tot de Joodse en Grieks-Romeinse denkwereld. Het nam vele elementen daaruit in zich op. De slotzin van het boek is daarvoor illustratief: ‘En al moest de beroemde filosofische academie te Athene op last van de christelijke overheid de deuren sluiten, de neoplatoonse filosofie zou, in de christelijke theologie nog wel, een mooie toekomst tegemoet gaan.’ (blz. 453). Hoe het christelijk geloof tegenspraak opriep blijkt in De Waeles bespreking van filosofen als Celsus en Porphyrius. Kerkvaders als Eusebius, Hiëronymus en Augustinus verweerden zich tegen deze kritiek.
De Waele noemt zijn boek ‘een eerste kennismaking’ (blz. 19). In de achterin opgenomen bibliografie treft de lezer een groot aantal titels aan voor verdere studie. Tevens zijn achterin een verklarende woordenlijst en een personenregister te vinden. Helaas ontbreekt een register op Bijbelteksten, een gemis omdat de auteur naar vele Bijbelse teksten – veelal weergegeven in de versie van de Nieuwe Bijbelvertaling – verwijst en vaak een korte verklaring biedt.
Dit boek heeft het karakter van een gedegen naslagwerk met een grote rijkdom aan informatie over de bedoelde eeuwen. De (vele) onderwerpen worden bondig beschreven in korte paragrafen. De auteur laat zien zeer goed thuis te zijn in Joodse bronnen.
Het kan welhaast niet anders of er zijn onderwerpen, waar de lezer een andere gedachte over heeft dan de schrijver. Mijns inziens had de auteur op blz. 135 iets langer stil mogen staan bij de regel in het Jodendom dat de combinatie van vlees en melk verboden is. Nu wordt dat in één zin vermeld, waarbij alleen de tekstplaats Exodus 23:19 wordt opgegeven. De regel dat een bokje niet gekookt mag worden in de melk van zijn moeder komt echter drie keer in Tora voor, ook in Exodus 34:26 en Deuteronomium 14:21, als aanduiding van het fundamentele belang ervan. Op blz. 154 geeft De Waele een collectieve invulling aan de term ‘Mensenzoon’ in Daniël 7:13-14. Een individuele uitleg laat zich evenzeer verdedigen. En komt De Waele op blz. 210 niet wat snel tot de conclusie dat met de in de evangeliën genoemde Herodianen Essenen bedoeld zijn?
Een boek om bij de hand te houden.
Ontluikend christendom. Cultuurgeschiedenis van een nieuwe religie in de Grieks-Romeinse wereld | Daniël de Waele | 480 pagina’s | Kok Boekencentrum