Pax voor Vrede bestaat 75 jaar. Vanuit zijn betrokkenheid voelde theoloog Fred van Iersel zich erfgenaam van deze vredesbeweging. Twee jaar was hij algemeen secretaris van voorloper Pax Christi en hij combineerde dat met een hoogleraarschap voor vraagstukken geestelijke verzorging bij de krijgsmacht. Eerder was hij katholiek beraadslid in het IKV. Gied ten Berge heeft tijdens Van Iersels ziekte intensief met hem opgetrokken tot aan zijn dood op 27 juli 2023. “Hij had nog graag een soort ’testament’ voor de vredesbeweging geschreven, maar de dood kwam ertussen.” Ten Berge schreef het concept voor zo’n tekst en na overleg met zijn weduwe Marieke Feuth werkte hij het om tot zijn eigen tekst [1]. Over het belang van studie en gebed naast acties: verdieping en spiritualiteit als fundament van de vredesbeweging. Dit artikel verscheen eerder op de website van Nieuw Wij.
- De Tweede Wereldoorlog is net afgelopen, en twee mensen die elkaar kennen uit de Franse résistance hunkeren naar een verzoening en een nieuw begin voor Franse en Duitse burgers in een nieuw Europa. Marthe Dortel-Claudot, een ongewoon gewone katholieke vrouw uit de Elzas en bisschop Pierre-Marie Théas. Hen stond zo’n verzoening voor ogen. Weldra trokken in de Elzas groepen jongeren te voet tussen Duitse en Franse dorpen, waarbij ze elkaar ontmoetten en overal gezamenlijke vredesgebeden organiseerden. In deze vredespelgrimages werd het grote, Achener Friedenskreuz mee gedragen. Het werd later als blijvende herinnering in de Dom van Aken uitgestald.
In 1948 sloegen jonge pelgrims hun tenten op in Lourdes, om te bidden, discussiëren en van elkaar te leren, gericht op vrede in Europa
Zo begon Pax Christi dat zich later in meerdere West-Europese landen als beweging onder die naam zou presenteren, als vredespelgrims aan het begin van “een kruistocht van gebed voor vrede tussen alle naties” [2]. Kort daarvoor nog bevochten deze naties elkaar op leven en dood. In 1948 sloegen de jonge pelgrims hun tenten op in Lourdes, om er met elkaar te bidden, te discussiëren en van elkaar te leren, vanuit hun verlangen in het toekomstige Europa samen actief bij te dragen aan een nieuw, duurzaam vredesklimaat. Op 5 mei 1948 werd de Nederlandse sectie opgericht, in de restauratie van het Centraal Station in Utrecht, vlakbij waar Pax Christi later terugkeerde in het nu nog steeds bestaande Stiltecentrum. Daar zijn nog altijd de regels te zien van de Utrechtse dichter Jan Engelman, geschreven in de kerstdagen van 1940, toen Nederland ontredderd zuchtte onder het nog verse juk van de Nazi’s:
“Stil zijn in het wild gewemel, van een wereld zoo ontzind, stil en droomen van een hemel waar het zwakste overwint” [3]
Deze beweging zag zich van meet af aan als een pelgrimsbeweging voor vrede en verzoening, een beweging van vredesactivisten die zich uitdrukkelijk óók wilden oefenen in stilte en gebed.
Wat moet dat in Lourdes in 1945 een opmerkelijk pelgrimsgezelschap zijn geweest: jonge mensen tussen wie ongetwijfeld ook door de oorlog invalide en getraumatiseerde vrouwen en mannen, dringend op zoek naar vrede en verzoening, ook naar het helen van eigen wonden [4]. In een Europa waarin de rechtsstaat, parlementaire democratieën zich weer oprichtten en aaneensloten, om voortaan politiek, economisch maar ook militair weerbaar te kunnen zijn tegenover nieuwe imperialistische, totalitaire uitdagingen; de dreiging van een totalitair communisme dat een ijzeren gordijn spande tussen een vrije en een onvrije wereld, niet in de laatste plaats. Politiek vooruitziende, gelovige staatslieden als Robert Schuman en Jean Monnet legden in die jaren het fundament voor het grootste Europese vredesproject aller tijden: de Europese Unie.
Toen Pax Christi International vijftig jaar bestond, herhaalde de oud-voorzitter van de EU, Jacques Delors, bij die gelegenheid zijn eerdere oproep aan protestantse en anglicaanse kerkleiders om Europa te helpen bij het vinden van de eigen ‘ziel’. Hij wilde graag ook de vredesbeweging hierbij betrekken [5]. Fred van Iersel, een progressieve christendemocraat en overtuigd Europeaan, vroeg zich later wel af, of de beweging, in het bijzonder in Nederland, op die bijzondere theopolitieke vraag voldoende is ingegaan.
Mijn gesprekken met Fred van Iersel gingen verder terug: naar de oudste Europese vredesbeweging die uitging van de abdij van Cluny
Mijn gesprekken met Fred van Iersel gingen nog veel verder terug: naar de oudste Europese vredesbeweging die uitging van de zeer invloedrijke abdij van Cluny, waar in de vroege Middeleeuwen eveneens gezocht werd naar een ‘ziel’ voor Europa. Dat resulteerde in de zogeheten ‘Godsvredebeweging’ met als groot pleitbezorger de abt Odilon (994 -1049). De vele gewapende conflicten tussen feodale heren in die tijd dienden te worden beteugeld, vond hij. Bij gebrek aan wereldlijk gezag namen bisschoppen en abten initiatieven om het volk in grote vergaderingen bijeen te brengen. Men beloofde elkaar om conflicten voortaan voor te leggen aan een ‘vredesgericht’ [6]. Na de Tweede Wereldoorlog besloten de leden van de Verenigde Naties hun conflicten voor te leggen aan een internationaal gerechtshof. Het idee om onafhankelijke rechters te laten oordelen over gewelddadige conflicten vindt men dus al terug bij de oudste Europese vredesbeweging.
In de annalen van de Pax Christi eind jaren veertig werd veelvuldig gesproken over ‘boete’ en ‘vasten’ die ‘het gebed’ moesten ondersteunen [7]. Het betrof een natuurlijke religieuze en culturele reflex van mensen, die beseften dan hun generatie tekort was geschoten en daarom hun christelijke boeterituelen inzetten, waaronder ook het vasten [8]. Bij dit 75-jarig jubileum had Fred van Iersel gehoopt nog eens te reflecteren op de drie kernbegrippen uit de begintijd van de Pax Christi: “gebed, studie, actie“. Hij wist dat de IKV-campagne, deels gemeenschappelijk met Pax Christi, ook een theologische en spirituele record had ontwikkeld over de geloofsbeleving achter de in 1977 gestarte antikernwapenbeweging, over de betekenis van het gebed, de toekomst van Europa en de rol van de kerken daarin [9]. Van Iersel hoopte dat de bewegingen zich vandaag gemeenschappelijk opnieuw gelovig zouden laten inspireren en uitdagen – met een beproefd kompas, dat steeds opnieuw richting geeft aan een doorgaand, levend verhaal.
1. Gebed
Pax Christi heeft een paar jaar geleden, om te kunnen groeien, het Centrum op Hoog Catharijne opgegeven. Daarmee raakte ook de kapel van dat Centrum uit beeld. Voor veel medewerkers en bezoekers was deze kapel een ankerplaats om de drieslag, ook ‘het gebed’, beter in praktijk te kunnen brengen. Kon PAX die plek als bijzondere vredesbeweging eigenlijk wel missen? Waarom is ze bij de verhuizing niet meegekomen? Dat ‘bidden’ een probleem kan worden in seculiere tijden, dat begreep Fred van Iersel wel, maar hij pleitte toch ‘het gebed’ te blijven praktiseren. Niet uit traditionalisme. ‘Bidden om vrede’‘ en het ‘leid ons niet in beproeving…’ drukten voor hem het verlangen uit waar deze vredesbeweging telkens weer naar terug moet kunnen keren.
Hij herinnerde graag aan de gebedsschool van de Spaanse mysticus Johannes van ’t Kruis. Fred van Iersel spelde diens boeken tot op het laatst van zijn leven. Hij leerde van hem na eeuwen nog hoe echte beproevingen eruit zien en hoe daar doorheen toch een geestelijke weg mogelijk blijft, en dat er omstandigheden kunnen zijn dat PAX zich op die geestelijke weg moet kunnen bezinnen wanneer pep-talk en vertrouwde, troostende woorden niet meer helpen. Johannes van ‘t Kruis noemde die toestand van grote beproeving de ‘Donkere Nacht van het Geloof’.
Ook aan Fred van Iersel was die Nacht niet onbekend. Hij herkende zich in de gevoelens van verlatenheid en diepe teleurstelling die Johannes weergaf met superbe poëzie, bijvoorbeeld in het volgende gedicht, dat door Fred van Iersel gelezen werd als ‘een gesprek met God’, omdat de tekst argumentatief bleef tegenover Degene die niet lijkt te antwoorden en die de mysticus zelfs als “Geliefde” aanspreekt en toespreekt. De traditie van de psalmen is hier niet ver uit de buurt:
“Doof mijn woeden,
want niemand anders kan mij stillen,
en kóm mij voor ogen,
want jij bent daarvan het licht,
en alleen voor jou wil ik ze hebben” [10]
Blijven bidden-om-vrede, bidden ook om niet te bezwijken onder beproevingen, zoals die van een niet te stillen woede over onrecht dat jezelf of anderen is aangedaan: het kan, ook voor leden van de beweging en PAX medewerkers, een terugzoeken zijn van eigen geestelijke bronnen. In de christelijke traditie moet de mens volgens Fred van Iersel die woede kunnen uiten, ook tegenover God, èn de klacht van anderen moet gehoord worden en doorgegeven – hoe onmachtig je je zelf hierbij ook voelt. Hij vond dat er tot op het hoogste niveau in de beweging mensen nodig blijven die voldoende politiek-theologisch en ethisch-filosofisch zijn onderlegd om anderen te ‘leren bidden’, dat wil zeggen: hun verlangen naar vrede te kunnen helpen articuleren en handen en voeten te geven, ook in ‘De Donkere Nacht’.
Ik sprak met Fred van Iersel over meerdere, geestelijke disciplines of ‘gebedsscholen’ die daarbij steun kunnen bieden. Die van Johannes van ‘t Kruis is er namelijk één, er zijn er meer, zoals de Ignatiaanse school van ‘De onderscheiding der geesten’ [11]. De theoloog Romano Guardini (1885–1968) gebruikte het begrip “gebedsschool”. Gebed verbond hij opmerkelijk met vorming en educatie, en dat sprak Fred van Iersel aan. Het begrip “school” impliceert dat er iets te leren valt, en dat er leraren zijn – zeker in een vredesbeweging die werk maakt van vredeseducatie. Zoals de leerlingen van Jezus expliciet van hun Meester wilden leren hoe te bidden, zo moeten ook mensen in de vredesbeweging van de hun bezielende en wijze vrouwen en mannen ‘het bidden’ willen leren – met passende taal en als levens- en werkhouding.
Wat Benedictus van Nursia deed, was bidden en werken met elkaar verbinden en in balans brengen. Het past PAX
Guardini verwees daarvoor trouwens naar nog een andere school, die mogelijk het meest aan wieg stond van Pax Christi en dus ook van PAX. Die van de monnik Benedictus van Nursia, stichter van de Benedictijner Orde die gefocust was op het beroemde evenwicht tussen ora et labora, tussen bidden en werken dus. Het werk van PAX vindt veelvuldig plaats te midden van conflicterende partijen, dat vraagt om gerichte studie en onderzoek. Wat Benedictus deed, was bidden en werken met elkaar verbinden en in balans brengen. Het past PAX.
Dit bidden zweeft niet, het pauzeert wel, maar verdringt intussen niet de andere menselijke activiteit. Het gaat uiteindelijk om de continuïteit, de regelmaat en de balans. Doordat het gebed alles doordringt, helpt het de mens om God ín alle dingen, situaties, de natuur en andere mensen te herkennen: als de Alpha en de Omega en Degene die we Vader en Moeder mogen noemen.
De Orde van Benedictus verspreidde zich in rap tempo over heel Europa. De ‘gebedsschool’ van de geniale monnik hielp met zijn abdijen een vernieuwde, vreedzame Europese civilisatie opbouwen, op de puinhopen die de volksverhuizingen en het ingestorte Romeinse imperium hadden achtergelaten. Benedictus werd door paus Paulus VI in 1964 alsnog tot patroonheilige van Europa uitgeroepen.
2. Studie
‘Vrede en gerechtigheid’ – Fred van Iersel noemde ze meestal in één adem – zijn voor een vredesbeweging niet los verkrijgbaar. In het IKV en Pax Christi – allebei de constituanten van PAX, waren katholieken èn protestanten van oudsher pleitbezorgers van “een cultuur van geweldloosheid”, maar níet van geweldloosheid tot elke prijs. Om de keuzes en morele dilemma’s die hiermee gepaard gaan, scherp te krijgen, was en is de participatie van militairen, en in het bijzonder óók van hun geestelijk verzorgers voor zowel IKV als Pax Christi onmisbaar – bijna een conditio sine qua non.
Het IKV en Pax Christi kennen elk een lange geschiedenis van samenwerking met aalmoezeniers en legerpredikanten. Een van zijn eerste initiatieven als algemeen secretaris was een bezoek aan de marinebasis in Den Helder. Hij nam een groot deel van de staf mee… Een structureler voorbeeld: Pax Christi steunde een tijd lang Van Iersels bijzonder hoogleraarschap vanwege de geestelijk verzorging (GV) in de krijgsmacht aan de Universiteit van Tilburg. Waarom dat na zijn vertrek ook moest eindigen, heeft hij nooit begrepen.
Van Iersel was steeds voorstander van de zogeheten ‘vermaatschappelijking van de krijgsmacht’, Pax Christi ook. De bisschoppen volgden bijvoorbeeld het Advies van Pax Christi om het belang van die vermaatschappelijking in hun Vredesbrief op te nemen door zich bijvoorbeeld uit spreken voor een procedure waarmee ook beroepsmilitairen zich in bepaalde gevallen op gewetensbezwaren zouden moeten kunnen beroepen [12].
Instellingen voor hoger onderwijs waren nodig om samen met de vredesbeweging en de GV zulke ideeën uit te werken. Hij zag de maatschappelijke verankering van de krijgsmacht als een vitaal belang vàn en vóór de hele democratische samenleving. Tot op het laatst van zijn leven was Van Iersel gemotiveerd voor de opbouw van een Dienst Geestelijke Verzorging voor Oekraïense militairen, één die zich niet zou beperken tot individuele pastorale aandacht, maar die ook een eigen taak ziet bij het bewust maken van ethische keuzes en het vasthouden aan mensenrechten, ook van militairen in een oorlogssituatie – en daarmee van hun natiestaat. Hij hoopte dat de Oekraïense aalmoezeniers zouden gaan opereren vanuit dezelfde drieslag als die van Pax Christi. Het was zijn grote wens dat de Nederlandse GV en PAX elkaar opnieuw zouden vinden in een vernieuwde, duurzame samenwerking.
Fred van Iersel heeft een schat aan artikelen en boeken achtergelaten, die het verdienen verder te worden bestudeerd en besproken
De vragen die de GV en PAX vandaag tegenkomen, kennen belangrijke raakvlakken. In de bundel die Fred van Iersel samen met Pieter Vos nog in 2023 publiceerde, leverde hij zowel voor de GV maar ook voor de vredesbeweging een ethische beschouwing onder de titel “Rechtvaardige oorlog: Een traditie op weg naar verbreding”. Hij vond dat die traditie een referentie biedt die tot afwijzing van oorlog en tot kritiek op eigen oorlogshandelingen moet kunnen leiden; maar zeker nú tot een ondubbelzinnige afwijzing van Poetins imperialistische, expansionistische oorlog en daarmee tot de legitimatie van de steun aan de rechtmatige verdediging van Oekraïne.
Als we in een vredesbeweging met deze wortels en deze drieslag over “studie” spreken, dan gaat het niet om zomaar kennis en deskundigheid, die moeten kunnen refereren aan samen verzamelde feiten en samen gedeelde ervaringen, ze moeten verwijzen naar een gedeeld moreel discours en een gezamenlijke praxis met gedeelde, democratische politieke idealen.
Fred van Iersel heeft ons een schat aan artikelen en boeken achtergelaten, die het verdienen verder te worden bestudeerd en besproken, ook binnen de vredesbeweging – misschien wel op een conferentie samen met de Geestelijke Verzorging en met een bijzondere focus op Oekraïne [13]. Zij kunnen ook nog hun vruchten afwerpen, mocht Van Iersels grote wens gehonoreerd worden om binnen de context van een synodale kerk in oorlogstijd met oude en nieuwe vragen opnieuw een consultatie op te zetten voor een nieuwe bisschoppenbrief over oorlog en vrede. De vorige brief waarbij hij en Pax Christi een cruciale, adviserende rol mochten spelen, dateert alweer van 1996 [14].
3. Actie
Fred van Iersel realiseerde zich dat “actie” een speciale druk legt op een met de kerken verbonden vredesbeweging. Die kerken spoorden het IKV bij de oprichting aan, “passende acties” te ontwikkelen die een vrede met gerechtigheid konden bevorderen. De spanningen daarover konden niettemin hoog oplopen. Vooral als actievoerders het wachten moe zijn, lijken ‘gebed’ en ‘studie’ in de pauzestand te gaan. Van Iersel herinnerde zich dat tijdens de grote vredesdemonstraties in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw er niettemin wel gezegd werd: “Wij bidden met onze voeten”. Die interpretatie beviel hem wel. En wat deden de honderdduizenden Russische dienstplichtigen, die op de vlucht sloegen voor Poetins oorlog? Kan dat niet ook een ‘bidden met de voeten’ heten? En wat zou vandaag in deze oorlog ‘passende vredesactie’ kunnen zijn waar de kerken in de jaren zeventig hun vredesbeweging zo uitdrukkelijk om vroegen?
Oekraïne verdiende bij Van Iersel weliswaar geen onvoorwaardelijke, maar wel degelijk alle mogelijke steun
In deze tijd en in deze oorlog ontbreekt het aan voldoende passende acties, vond Fred van Iersel. Niet alleen in de vredesbeweging, ook in de kerken miste hij scherpte in de analyses die aan acties vooraf gaan. Voor hem was het denken over oorlog en vrede theologisch steeds in beweging en die reflectie laat zich ook nog eens van een ‘conjuncturele’ kant bekijken. Het katholieke denken bijvoorbeeld schoof door de detente en het einde van Koude Oorlog eerst richting pacifisme, en dat leek de legitimatie van het gebruik van geweld steeds moeilijker te maken.
Na de aanval van Rusland verlegde de discussie zich al snel naar het recht op verdediging tegen de barbaarse oorlogsvoering door Poetins legers. Van Iersel vond het belangrijk dat paus Franciscus afstand nam van de Russisch-orthodoxe patriarch Kirill, die van de oorlog tegen Oekraïne zelfs een godsdienstoorlog had gemaakt. Maar hij miste bij de paus een meer expliciete erkenning dat er aan de kant van Oekraïne voluit sprake is van rechtmatige zelfverdediging in de zin van artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties en óók in de zin van het leerstuk van ‘de rechtmatige verdediging’ uit de katholieke sociale leer [15].
Van Iersel vermoedde dat er binnen de wereldkerk vanuit Zuid-Amerika op de paus diplomatieke druk tot matiging werd uitgeoefend, en door degenen die vrezen dat de betrekkingen met de Russisch-Orthodoxe Kerk nog meer verslechteren. Hij wenste echter in Rome eenzelfde consequentheid, als in 2014 toen na het optreden van IS in Irak en Syrië de paus onomwonden verklaarde: “Het is legitiem om een onrechtvaardige agressor te stoppen”. Oorlogen moesten volgens Van Iersel steeds vanuit een breed rechtvaardigheidsperspectief bekeken worden. Oekraïne verdiende bij hem weliswaar geen onvoorwaardelijke, maar wel degelijk alle mogelijke steun.
Fred van Iersel ging disputen ook met christenpacifisten over bijvoorbeeld de vraag wie ‘vriend’ of ‘vijand’ is niet uit de weg. Hij was het eens met de remonstrantse predikant Wim Overdiep die zich in de jaren tachtig in een boek en later in een IKV-brochure kritisch uitliet over het ongedifferentieerd afkeuren van ‘vijandsbeelden’, alsof het ‘onchristelijk’ zou zijn om vijanden te hebben, ze te onderscheiden en ze bij name te noemen [16]. Jezus deed dat ook. Hij vond recente oproepen om te onderhandelen en te de-escaleren niet realistisch, vaak eenzijdig en vond ze in hun mogelijke consequenties ethisch niet grondig doordacht.
Bij de stelling dat vrede ‘tot elke prijs’ moet worden gehandhaafd en dat wapens ‘ten principale’ moeten zwijgen, herinnerde Van Iersel er aan dat IKV en Pax Christi nooit typische ‘anti-wapen’ bewegingen waren en ook geen anti-oorlogsbewegingen pur sang, maar wèl verzoeningsbewegingen, politiek-religieuze bewegingen die grenzen overgaan op zoek naar bondgenoten die ‘vrede door democratie’ willen versterken. Dat kan echter vaak pas, als de oorlog is verdwenen. Hij spiegelde zich aan Pax Christi-man en oud IKV-voorzitter Ben ter Veer die vond dat je in ieder geval nooit aan de slachtoffers van onderdrukking en geweld mag vragen, hun vrijheid en democratie voor onze lieve vrede op te willen offeren [17]. Net als voor Ter Veer gold voor Van Iersel: ‘München nóch Jalta’. Dat waren voor hem vruchten van onderhandelingen met een foute inzet.
Actie voeren als verdienmodel lag hem ook niet, alleen de portemonnee trekken voor vredesprofessionals zonder beweging was hem te weinig
Fred van Iersel had een afkeer van populistisch geïnspireerde acties, van links èn van rechts, waarin EU en NAVO voor de eigenlijke vijand worden uitgemaakt. ‘Het Westen’ was voor hem geenszins boven elke kritiek verheven, maar hij vond dat in een samenleving met heden ten dage zoveel dubieuze en onduidelijke actoren, je dubbel voorzichtig moet zijn in welk gezelschap en in welke morele en politieke gevarenzones je je begeeft. ‘Ter wereld is er geen dodelijker venijn, dan vriend te schijnen en vijand te zijn’, zegt het spreekwoord. Het IKV had in de vroege jaren tachtig in de Europese vredesbeweging al eens een politieke onderscheiding der geesten geforceerd, om niet in een ‘vredeskamp’ van het toenmalige Kremlin terecht te komen dat geen boodschap had aan democratie en mensenrechten. Mient Jan Faber en ook Pax Christi-man en IKV-medewerker Wim Bartels speelden hier belangrijke rollen [18]. Fred van Iersel kende die geschiedenis.
Actie voeren als verdienmodel lag hem ook niet, alleen de portemonnee trekken voor vredesprofessionals zonder beweging was hem te weinig. ‘Vrede met gerechtigheid’ was geen handelswaar, maar, vond hij met andere oudgedienden, er is vandaag wel veel meer geld nodig voor het optuigen van een Brede Oekraïne Beweging die de Oekraïense bevolking steunt in zijn rechtvaardige strijd om in vrede en vrijheid te leven.
Proefde hij ‘actie om de actie’, dan kon Fred van Iersel refereren aan de monnik en vredesactivist Thomas Merton, die tijdig terug ging in de stilte, naar het ‘gebed’ en de ‘studie’. Wat hem onder meer aantrok in Merton was, dat die uit eigen ervaring wist dat de geest van de activist vermoeid kan raken en tijdig op adem moet komen. Van Iersel zag verder dat Mertons spirituele cultuurkritiek activisten zou kunnen helpen bij het uitoefenen van kritiek op het eigen ‘politieke narcisme’. In de Louteringsberg beschreef Merton hoe hij zelf als persoon afstand had moeten nemen van zijn narcistische oude ik [19].
Afsluitend
‘Gebed, studie en actie’ blijken uiterst vruchtbaar, zodra ze met elkaar verbonden worden. Ze vonden al een gezamenlijke praxis in de ‘Godsvredebeweging’, Europa’s oudste vredesbeweging, een project van de Benedictijnse monniken rond het begin van de elfde eeuw. Fred van Iersels pleidooi als ‘erflater’ hield in, dat hij hoopte dat de beweging vandaag de oude drieslag ‘gebed, studie en actie’, op een eigen manier zou weten te bewaren en voort te zetten, voor deze en komende tijden.
Het gaat om een verlangen niet alleen van mensen die gecommitteerd zijn aan elkaar, maar tegelijk aan de slachtoffers van agressie, oorlog en geweld
Hij doelde op een ‘pelgrimsbeweging voor vrede en gerechtigheid’, die alert blijft op het bijzondere karakter ervan, omdat de ‘Vrede van Christus’ niet zomaar inwisselbaar is met de een of andere diplomatieke toestand of oplossing, ze is ook geen vrome of idealistische escape uit de werkelijkheid, evenmin een tegenbeweging an sich, noch een kenniscentrum van vredesprofessionals alleen; uiteindelijk draait het steeds weer om een diep Verlangen naar een vrede en gerechtigheid, die niet los verkrijgbaar zijn. “Het Verlangen”, waarvan Augustinus van Hippo al zei: “…het bidt altijd”. Zelfs in de donkerste, politieke nacht; een verlangen dat het beste uit mensen naar boven kan halen, en dat christenen en alle mensen van goede wil verbindt in een beweging die zelf een ‘vredesgemeenschap’ wil zijn.
Het gaat om een verlangen niet alleen van mensen die gecommitteerd zijn aan elkaar, maar tegelijk aan de slachtoffers van agressie, oorlog en geweld, ook in situaties wanneer er ogenschijnlijk geen wegen bestaan, of waar alle wegen moedwillig zijn opgebroken, zoals vandaag door Poetin. Ook dan kunnen we hoopvol wachten op de Liefde van God die verbindt en die onze harten wil openen, juist voor Zijn Geheim: biddend, studerend, actief luisterend en handelend, open naar momenten die we nu misschien nog niet merken, maar die zullen komen, omdat Gods Koninkrijk altijd komende is.
PAX voor Vrede viert zijn 75-jarig bestaan. Vanuit zijn betrokkenheid voelde theoloog Fred van Iersel (1954-2023) zich erfgenaam van de vredesbewegingen Pax Christi en IKV. Twee jaar was hij algemeen secretaris van Pax Christi en hij combineerde dat met een hoogleraarschap voor vraagstukken geestelijke verzorging bij de krijgsmacht. Eerder was hij katholiek beraadslid in het IKV. In de jaren negentig werd hij de intellectualis van een grote consultatie, een landelijk project voor vredeseducatie, dat de Nederlandse bisschoppen aan Pax Christi hadden toevertrouwd, en dat diende als opstap voor hun Vredesbrief ‘Tot vrede in staat’. Van Iersel bracht in zijn loopbaan beide betrokkenheden welbewust samen. Zijn positie als algemeen secretaris van Pax Christi moest hij helaas opgeven na een verschil van inzicht over de vraag of de beweging van onderop moest werken en vooral zijn educatieve ambities verder moest ontwikkelen, of de kant op moest van een projectenorganisatie.
Wat Van Iersel altijd voor ogen stond, is een vredesbeweging gebaseerd op de drieslag ‘gebed, studie en actie’. Die drieslag is niet alleen historisch gezien belangrijk. Zijns inziens zijn ‘studie en gebed’ nog altijd van hetzelfde belang voor een vredesbeweging als het aankomt op het ontwikkelen van passende acties. De discussies waar de vredesbeweging vandaag – extern, maar ook intern – voor staat, maken de behoefte aan een beweging gebaseerd op deze drieslag opnieuw voelbaar. Graag had hij daar zelf bij het 75-jarig bestaan van PAX bij stil gestaan. Maar hij overleed op 27 juli 2023.
Gied ten Berge heeft tientallen jaren, ook tijdens zijn ziekte, intensief met hem over deze onderwerpen gesproken. Ten Berge vraagt zich af of in het bijzonder het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, een oorlog waar Europa zo nauw bij betrokken is en die volgens hem alleen voortgezet kan worden met verdergaande steun van Europa, een reden zou moeten zijn voor PAX om Van Iersel ook als ‘erflater’ te omarmen.
- Opgeschreven op basis van aantekeningen na meerdere gesprekken in mei 2023, aanvankelijk bedoeld om geadresseerd te worden aan de aanwezigen bij het 75 jarig jubileum van PAX /Pax Christi op 24 september 2023. Fred van Iersel stierf op 27 juli, heeft de tekst nog gelezen, ermee ingestemd maar heeft die niet zelf meer kunnen bewerken.
- Jens Oboth, “Pax Christi Deutschland im Kalten Krieg 1945-1957. Gründung, Selbstverständnis und ‘Vergangenheitsbewältigung, 449-464 (Ferdinand Schöningh, Leiden/Paderborn 2017).
- Gied ten Berge, “De gratis regels van Jan Engelman”, in: Gied ten Berge, ‘Vredesbeweger’, Ervaringen in de Vredesbeweging 1973-2008, 103 (Nijmegen 2008).
- Fred van Iersel schreef een boekje “Een leven lang Lourdes. Ervaringen en reflecties met mijn dood voor ogen” (Adveniat, Baarn 2022) over zijn Mariaverering op de plaats die hij als gehandicapt man zeven keer bezocht, de eerste keer als kind, later meerdere malen met militairen, o.a. uit Oekraïne.
- Laurens Hogebrink, “Europe’s Heart and Soul: Jacques Delors’ Appeal to the Churches” (Globethics CEC Series. 2015). Delors heeft (zoals vaker in de jaren ervoor) bij Pax Christi zijn befaamde oproep herhaald van 5 november 1990 op een bijeenkomst met protestantse en anglicaanse kerkleiders in Brussel. Hij deed dezelfde oproep aan wetenschappers en kunstenaars. De technocraten hadden met de interne markt en het Verdrag van Maastricht hun werk gedaan, nu ging het hem ook om waarden zoals solidariteit en gemeenschap.
- Wantje Fritschy, “Jacobus de Morendoder en de pelgrimstochten naar Santiago”, in: Gied ten Berge en Wantje Frtischy, Pelgrimeren naar de Morendoder. Onderweg naar Jacobus van Compostela 133 (Valkhofpers Nijmegen 2006).
- Jens Oboth, idem, o.m. 67-72, 85-92, 378-394, 440-461.
- Catharine Guison-Dickinson, “The European Union’s Identity and Politics of Reconciliation” (University of Minnesota , Minnapolis 2003).
- Jan Peters, “Over de onuitblusbare kracht van het geloof” (Katholieke Vereniging voor Oecumene 2015). Op: https://www.oecumene.nl/documentatie/in-t-veld/99-in-t-veld/vrede-gerechtigheid/1009-over-de-onuitblusbare-kracht-van-het-geloof (gezien 26 08 2023).
- “Geestelijk Hooglied Juan de la Cruz”, op: https://mystiekfilosofie.com/2023/04/01/geestelijk-hooglied-juan-de-la-cruz/ (Gezien 26 08 2023).
- M. Rotsaert (vert. en toel.), Geestelijke onderscheiding bij Ignatius van Loyola (Averbode 2012).
- “Advies van Pax Christi Nederland aan de Rooms-katholieke bisschoppenconferentie van Nederland ten behoeve van een nieuw herderlijk schrijven over gerechtigheid, vrede en veiligheid” (Pax Christi, Utrecht september 1995).
- Een niet voltooide bibliografie van Fred van Iersels publicaties is te vinden op Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Fred_van_Iersel#Bibliografie_%28incompleet%29 (Gezien 26 08 2023).
- Tot vrede in staat? “Wij persoonlijk geloven dat het mogelijk is”. Herderlijk schrijven over gerechtigheid, veiligheid en vrede in de geest van het evangelie (Bisschoppelijke brieven 34, Utrecht,1996).
- Compendium van de sociale leer van de kerk, rkdocumenten.nl: https://rkdocumenten.nl/toondocument/769-compendium-van-de-sociale-leer-van-de-kerk-nl/?zoekInDoc=rechtvaardige+oorlog&systeemnum=769-720 (Gezien 26 08 2023).
- Wim Overdiep, “Het gevecht om de vijand. Bijbels omgaan met een onwelkome bekende” (Baarn 1985).
- Wikipedia Ben ter Veer: https://nl.wikipedia.org/wiki/Ben_ter_Veer (gezien 26 08 2023).
- Wikipedia Wim Bartels: https://nl.wikipedia.org/wiki/Wim_Bartels (gezien 24 09 2023).
- Fred van Iersel: “Defensiepolitiek als strijd om waarden”, boekbespreking in: Christendemocratische Verkenningen, jrg. 2022, nr. 4. Op: https://www.tijdschriftcdv.nl/inhoud/tijdschrift_artikel/CD-2022-4-24/Defensiepolitiek-als-strijd-om-waarden (Gezien 26 08 2023).