Om de eenheid…

Om de eenheid…

Paus Franciscus heeft afgelopen vrijdag 16 juli een Motu proprio (een pauselijk schrijven op persoonlijke titel) doen uitgaan over een spannend liturgisch onderwerp: de ‘buitengewone ritus’. Hiermee wordt bedoeld de wijze van liturgie vieren zoals die gegeven wordt door het Missaal van Pius V (na het Concilie van Trente in de 16e eeuw) en gemodificeerd door paus Johannes XXIII (1962). Dit allemaal vóór het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965).

door Joost Jansen

Op en na dit baanbrekende concilie is de liturgie van de rooms-katholieke kerk grondig veranderd. De volkstaal deed zijn intrede, de litirgie was minder een ‘schouwspel’ maar veeleer een viering van alle aanwezige gelovigen samen. Er heeft ook een grondige herbronning plaatsgevonden en veel secundaire riten die in de loop der eeuwen toegevoegd zijn, werden overboord gezet. Voor velen in de kerk die over de hele wereld verspreid, is, was deze hervorming een verademing. Er waren ook groepen die intens verdrietig waren dat al dat mooie van de ‘oude ritus’ nu ineens niet meer mocht. Mgr. Lefebvre scheidde zich van de rooms-katholiek kerk af en bleef de mis van Pius V trouw. In zijn kielzog sloten velen zich bij deze beweging aan, tot verdriet van de mainstream.

Het Missaal van paus Paulus VI (1970) werd de nieuwe wijze van het vieren van de eucharistie. Om bewegingen binnen de rooms-katholieke kerk die dichtbij de beweging van mgr. Lefebvre stonden tegemoet te komen, hebben paus Johannes Paulus II en paus Benedictus VI – onder voorwaarden – echter toegestaan om de ‘oude ritus’ (de mis van Pius V) te vieren. We zien overal in de wereld, ook in Nederland en Vlaanderen, dat individuele priesters dit praktiseren.

Verdeeldheid

Bij het gebruik van de ‘oude ritus’ gaat het vaak niet alleen om eens op een ‘buitengewone’ wijze liturgie te vieren. Het gaat om een beleving, het gaat zelfs ook om een theologie, om een kerkvisie die zich onderscheidt van de visie van Vaticanum II en zelfs zich daar tegen verzet. Er zijn ook gemeenschappen en parochies die exclusief deze ritus volgen. De ‘oude ritus’ is dan geen ‘buitengewone’ meer naast de ‘gewone’, maar de enige. Men gaat zelfs zo ver dat men degenen die de mainstream volgen, verkettert. Vaticanum II heeft in de verschillende constituties, met name die over de liturgie Sacrosanctum Concilium, er op gehamerd dat de eucharistie het sacrament van eenheid is. Het kan niet zijn dat de een van Paulus is, een ander van Apollos of Kephas (1 Kor. 1,12-13). We zijn toch allen van  Christus.
Paus Franciscus heeft de congregatie voor de geloofsleer een enquête te houden onder de bisschoppen wereldwijd. Met al deze gegevens voelt de paus zich gedwongen om de mogelijkheid die door zijn voorgangers is gegeven, te herroepen. Dat is heftig en zal zeker de nodige deining in de Wereldkerk geven.

Onderscheiding

Wat mij opvalt in Motu proprio en de begeleidende brief (te lezen op www.vatican.va) is het woord ‘onderscheiding’.  De paus laat met dit woordgebruik zien dat hij gevormd is door de ‘onderscheiding der geesten’ van Ignatius van Loyola, de stichter van de jezuïeten. Ook wat na de uitspraak van ‘herroeping’ volgt, is bijzonder. De paus volgt het principe van de subsidiariteit en legt de uitwerking van deze beslissing bij de plaatselijke bisschoppen (‘moderator’ en ‘promotor’). Iedere bisschop moet voor zijn bisdom een priester aanwijzen die voldoende liturgisch gevormd is en ook goed Latijn kent (wat minder en minder het geval is) om deze nieuwe wijze van omgaan met de ‘oude ritus’ te implementeren.
Leidraad moet zijn en blijven de unieke ‘lex orandi’ van het gehele volk van God dat bijeenkomt om de eucharistie te vieren, bron en hoogtepunt van ons geloof.