Ik ging vrijdagnacht met een voldaan gevoel mijn bed in. Met een groepje dierbare vrienden had ik de opening van de Olympische Spelen gezien, na 100 jaar weer terug in de Franse hoofdstad. Parijs had zijn best gedaan met schitterende lichtshows, een botenparade met de sportteams, een geheimzinnige gemaskerde Assassijn die de vlam naar de hoofdstad bracht, verwijzingen naar de musical Les Miserables en de Mona Lisa, die door een bende ongeorganiseerde minions per ongeluk zou zijn gestolen. En natuurlijk Celine Dion, die al jaren niet meer optreedt, maar nu nog één keer wel. Van de Eiffeltoren zong zij Edith Piafs tijdloze klassieker ‘L ’Hymne à la’amour’, de ‘Hymne van de liefde’.
De volgende dag, zaterdag, zag ik dat niet al mijn dierbare geloofsgenoten zo hebben kunnen genieten van de openingsceremonie. De Franse bisschoppen ‘betreuren dat christenen belachelijk gemaakt worden’ en de Amerikaanse Mgr. Robert Barron briest over een ‘diep secularistische postmoderne samenleving die het christendom als haar vijand identificeert’. CU-kamerlid Don Ceder vond het allemaal maar laf: ‘Als je echt moedig en risqué wilt zijn en de vrijheid van expressie wil benadrukken, had je ook andere religies kunnen bespotten. Denk aan de islam of hindoeïsme.’ En op mijn Facebook-tijdslijn zag ik de ene na de andere bezorgde christen zijn afschuw, walging en woede ventileren.
Waarover gaat het dan toch? Na enige contemplatie van mijn kant kwam ik uit bij een scene ergens midden in de show. Naast de oevers van de Seine was een lange tafel opgesteld, waarachter twaalf drag stars plaats namen. O ja, ik herinnerde het me weer: die mooie verwijzing naar het ‘Laatste Avondmaal’ van Leonardo Da Vinci, een schilderij die al duizenden malen gepersifleerd is, van de Smurfen tot de Simpsons. En nu dus een tafel gevuld met LGBTQ-ers. Ik denk dat Jezus – in zijn tijd beschuldigd van het rondhangen met hoeren en collaborateurs – er graag tussen had gezeten. Ik zie ’t Hem zo doen.
Waar terug naar de ophef. ‘Deze travestie is onderdeel van een wereldwijd complot van linkse intellectuelen en artiesten om het Christendom te slopen,’ lijkt een beetje de samenvatting van de kritieken. Maar is dat wel zo? Wie bepaalt wat de boodschap, de betekenis is van deze Da Vinci-persiflage? De organisatie van de Spelen beweert dat het gaat om een symposion, een ‘samen-eten’, een bezigheid zeer gewaardeerd door de oude Griekse filosofen en politici. De blauwe kabouter die op de tafel lag moest dan Dionysius voorstellen, de Griekse god van wijn en feest. En laten we eerlijk zijn: als we meer zouden eten en drinken met elkaar, hebben we minder tijd voor oorlogje spelen en elkaar de maat nemen op social media.
Maar even los van de intentie van de bedenkers van deze scene, het gewicht van de interpretatie ligt op degenen die er naar kijken en er iets van vinden. Beledigen is moeilijker dan beledigd worden. Je hebt een keuze als christen die naar deze openingsceremonie kijkt. Voel je je beledigd in je religieuze sensitiviteit door LGBTQ-ers? Voel je je vernederd door een seculiere elite die – wellicht – het leuk vindt om te laten zien hoe verlicht ze wel niet is? Of ben je blij een ‘christelijke’ tafel gedekt te zien waaraan iedereen welkom is? Ben je blij dat de christelijke iconografie zo diep in de Westerse cultuur verankerd ligt dat ’t zelfs de kop op steekt bij de opening van de Olympische Spelen in 2024?
De keus is aan ieder van ons individueel. We kunnen in de LGBTQ-tafel een knipoog van de Allerhoogste zien, die kiekeboe met ons speelt en ons ‘beroepsgelovigen’ bij verrassing treft. We kunnen er ook een seculier-satanisch complot in zien om het christendom systematisch te vernietigen. De keus is aan ieder van ons. Maar ikzelf heb mijn keuze al gemaakt.
Frank G. Bosman is universitair docent cultuurtheoloog aan de Tilburg School of Catholic Theology Zie: www.frankgbosman.nl