N.a.v. Matteüs 11,25-27
Jezus jubelt het uit en prijst de eenvoudigen, want zij verstaan, zij begrijpen zijn Boodschap. ‘Ben ik het, Heer?’: de vraag van Judas bij het Laatste Avondmaal zou ook nu gesteld kunnen worden. Wie is er zeker van dat hij of zij eenvoudig genoeg is om wat Jezus heeft willen delen met mensen, te doorgronden? Ik vermoed niemand. Toch doen we onze best omdat we ergens diep in ons hart vermoeden dat die eenvoud van hart ons goed zal doen.
Wat is dat ‘eenvoud van hart’? Het is geen kost voor simpele zielen, hoewel die niet uitgesloten zijn. Ik vermoed dat het eerder gaat om onverdeelde toewijding aan de Goede Zaak, wat die ‘Goede Zaak’ voor iemand ook kan betekenen. Deze toewijding is geen fanatisme van iemand die slechts één doel in het keven heeft. De toewijding weet te luisteren of anderen zich ook deze levensrichting weten eigen te maken zodat je samen optrekt en bouwt aan gemeenzaamheid, communio.
‘Eenvoud van hart’ betekent ook dat je in jezelf weet te rusten. Een lange traditie van spirituele schrijvers heeft het hier over. Gewoon bij jezelf kunnen zijn en het bij jezelf kunnen uithouden. Dat ligt niet voor de hand en zo eenvoudig is het niet. We dwalen vaak af, we laten ons uitdagen om ons te verliezen in mentale ‘blokjes om’, dus een gebrek aan focus.
Zalig de eenvoudigen… ik versta het minder als een bevestiging van een bepaald moment en meer als een oproep om iedere keer maar weer te kiezen voor een eenvoudige, toegewijde, gefocuste levensweg. Het woord van Jezus is een opdracht om die onverdeelde toewijding die Hij vertegenwoordigt, zelf ook op je te nemen.