N.a.v. Matteüs 13,44-46
Er wordt een schat in het vooruitzicht gesteld, en een parel. Jezus doet een beroep op de ingeboren begeerte om mooie dingen binnen te halen. Zullen we eerst eens beginnen met te bepalen wat voor mij, voor ieder van ons die schat is, of die ene parel? Ik denk dat de parabel zo bedoeld is. Het gaat uiteindelijk om dat ene noodzakelijke waarvoor we alles over hebben, waarvoor we ons uiterste best doen. En wat dat ‘alles’ is, is voor ieder van ons weer verschillend.
Moeten we het bij deze gedachten-probeersels laten? Neen. Wat Jezus ons in deze twee korte parabels wil zeggen, is niet anders dan ons brengen op de spirituele weg van overgave aan zijn Aanwezigheid die ons steeds vooruit is, nooit helemaal bereikbaar, maar het houdt ons wel in beweging. Het is een prachtige spiritualiteitsweg waarbij het beeld van ‘die ene parel’ niet alleen in de Bijbel gebruikt wordt maar ook in andere spirituele wegen. Het zoeken van die enne parel is een universeel beeld. Ons wordt een weg aangeboden van een constante beweging van zoeken, vinden, alles er voor over hebben om die schat, die ene parel, te verkrijgen. Steeds in beweging blijven om te groeien…