N.a.v. Lucas 11,1-4
Leer ons bidden… Wordt deze vraag nog dikwijls gesteld? Waaruit wordt deze vraag geboren? Wat is er aan voorafgegaan? Is de mens die deze vraag stelt in nood? Of is hij eerder overweldigd door iets waarvoor hij geen woorden heeft en gaat hij stamelen? Of ziet hij andere mensen bidden, raakt hij geïntrigeerd en vraagt hij zich af of het ook iets voor hem is?
Leer ons bidden… Ja, bidden kun je leren. De leerlingen die Jezus deze vraag stellen, voegen er aan toe dat zij Johannes de Doper als voorbeeld hebben en van Jezus willen weten of Hij ook zo bidt. Heeft Hij misschien een ander manier van bidden? En wat zegt dit dan over zijn relatie met God? Je leert bidden vanuit een verlangen naar een ontmoeting met het Geheim, de Ene, die ons vooruit is en met de hulp van woorden en uitdrukkingen die ons gegeven worden. En dat kan ook stilte zijn…
Boeiend in de vraag van de leerlingen van Jezus is het woordje ‘ons’. De vraag is niet: ‘Leer mij bidden.’ Die vraag wordt vandaag geregeld gesteld. Boeiende vraag. Hierover met iemand mogen zoeken, is een uitdagende weg. Maar de vraag van de leerlingen is breder. Het gaat hen om ‘ons’. Het gaat om het gezamenlijke bidden, om het gebed dat tot gemeenschap leidt.
Jezus neemt hen dan mee in zijn gebed. Hij neemt het stramien van zijn joodse traditie op en tegelijkertijd is Hij heel eigen. Zo zal het vaak gaan, ook bij ons. Hij begint: Onze Vader… Weer dat ‘ons’ en dan ‘Vader’. Eigenlijk hebben we dan al voldoende. Er komen nog allemaal zinnen die we van buiten kennen. De aanspreking ‘onze Vader’ blijft de basis, en dan eerst loven en danken en dan pas de vraag om hulp. Het is een leerschool, nog steeds.