N.a.v. Johannes 3,16-21
Neen, niet het oordeel maar eerder acceptatie.
‘Daar gaan we weer…’, is hierop vaak de reactie. Want wij willen geen ‘watjes’ zijn en voor onze mening, voor onze keuzes uitkomen. Iemand zegt iets, stelt een daad, anderen reageren, en een oordeel is snel gegeven. Is het dan niet goed om een situatie te be-oordelen? Moeten we alles maar accepteren en soms ook over ons heel laten lopen? Dilemma’s te over.
Wanneer Jezus zegt dat God noch Hij oordeelt dan verbindt Hij er wel het perspectief van liefde aan. Wie naar elkaar toe staat in een klimaat van liefde – en dit betekent dat je op de andere gericht staat en niet op eigen ‘ik’ – dan is toch moeilijk voor te stellen dat je die ander wegzet, veroordeelt? Wanneer je samen ‘in het licht’ staat, dan is er geen plaats om iemand de grond in te boren. Je zult hem of haar eerder doen ‘op-lichten’, helpen, nabij zijn.
Maar moet je dan geen mening hebben? Mag je dan geen afwegingen maken om het kaf van het koren te scheiden, niet alleen in materiële zaken maar ook wanneer het om gedrag van mensen gaat? Natuurlijk wel. Ieder van ons is geroepen om op te bouwen, om zich in te zetten voor een gezonde samenleving. Kort en bondig: om zich te wijden aan de komst van dat Rijk van God. Dit veronderstelt dat je durft te benoemen wat opbouwt en dat wat verhoudingen schaadt. Ik praat liever over opbouwen versus afbreken dan van de meer beladen woorden: ‘goed’ en ‘kwaad’. Het gaat Jezus om waarheid en dat is niet een filosofisch begrip. Ik versta het eerder als een werken aan ware verhoudingen zodat er groei is in harmonie. Dan ga je samen in het licht, ondanks de schaduwen.