De advent is een rijke tijd. Het is de tijd van ‘uitzien naar’, van verlangen naar de komst van de Gerechte. In Jezus erkennen en herkennen we deze Gerechte, deze Zoon van God. Het is mooi en ook wel spannend om het verlangen uit te houden en je op die manier voor te bereiden op Kerstmis.
‘Verlangen’ blijkt iets oer-menselijkst. Een mens die niets meer verlangt, leeft niet meer echt. Hij houdt het misschien nog een tijdje vol, maar de vreugde, de spirit is er uit. Het is dan ook een cadeau dat we ieder jaar weer ons mogen voorbereiden op een nieuwe geboorte.
In de opgang naar Kerstmis worden in de liturgie vanaf 17 tot 24 december de zogenoemde O-antifonen gezongen. Korte, stevige uitspraken over wie we met Kerstmis mogen ontvangen: Wijsheid. Heer, Wortel van Jesse, Sleutel van David, Dageraad, Koning der volkeren, Emmanuel (God met ons): allemaal omschrijvingen van het Kind dat uit Maria geboren gaat worden. Het zijn evenzovele kwalificaties: Jezus heeft in zijn korte leven dit allemaal bewerkt en daarom zingen we het alvast uit vóór zijn geboorte.
Vandaag – 22 december – klinkt de O-antifoon O Rex gentium…
O koning der volkeren, zo lang verwacht.
Gij hoeksteen die alles één maakt.
Kom nu en red de mens die Gij uit aarde hebt gevormd.
Het Kind van Betlehem is bestemd, niet alleen voor het Joodse volk, maar voor alle volkeren. Van meet af aan wordt aan Jezus een universele betekenis gegeven. Een ‘hoeksteen’ is een dragend onderdeel bij de bouw van een huis, haal je die steen eruit dan dondert alles in elkaar. En dan de bede: kom! En red de mens. Welke mens? Die Gij uit aarde hebt gevormd. Heeft Jezus de mens geschapen? Neen, de Schepper. Maar met poëtische vrijheid wordt Jezus al geheel gekoppeld aan de Vader waarover Hij het in zijn leven zo vaak zal hebben.
Een betekenisvol detail van deze O-antifonen: wanneer je de eerste letters van de zeven antifonen aaneen rijgt dan krijg je: Ero cras, ik zal er morgen zijn.
We hebben nog drie dagen te gaan….