Jezus veegt de tempel schoon (Lucas 19,45). Zo kennen we Hem doorgaans niet. Ons beeld van Jezus is meestal die van een zachtaardige man die mensen bemoedigt, zonden vergeeft, geneest. Het is de prediker die rondtrekt en zijn Blijde Boodschap met mensen deelt. We kennen Hem niet als iemand die met veel ‘Sturm und Drang’ orde op zaken stelt. Er moet dus iets ernstigs gebeurd zijn dat deze manier van reageren billijkt. Wat?
Allereerst: de spanning is opgelopen. Nadat Jezus met veel openheid bij mensen zijn visie op een nieuwe samenleving heeft gedeeld, is er weerstand gekomen. Weerstand omdat Hij de lat wel erg hoog legt, maar ook weerstand uit jaloezie. Híj heeft succes op geloofsterrein en zij – de godsdienstige leiders van die tijd – niet.
Dan is er ook nog de heiligheid van de Tempel. We zien hier een fenomeen dat we ook in de hedendaagse bedevaartsoorden tegenkomen: de commercie krijgt de overhand en veelal op plekken die storend werken op de godsdienstige beleving van de pelgrims. Je hoeft echt niet aan Lourdes te denken, het gebeurt – als je niet oplet – overal.
Dan komt een ‘heilig vuur’ over Jezus! Van binnenuit. Het is een kwaadheid die niet anderen in hun persoon beschadigt, maar die gericht is op een grote schoonmaak. Jezus wil een vrij-plaats scheppen waardoor mensen vrije toegang hebben tot Gods mysterie. Dan gaat het allang niet meer om tafeltjes met geldwisselaars of de verkoop van allerlei religieuze snuisterijen. Het gaat om de relatie met God in alle vrijheid te kunnen beleven, los van opsmuk en onnodige ‘humbug’. Het gaat uiteindelijk om intimiteit en liefde. Want echte liefde heeft vrijheid nodig om te groeien. Uiteindelijk is het Jezus om die liefde-in-vrijheid te doen.