‘U bent van de kerk?’ Een agent vroeg dit aan en medebroeder op het strand van Scheveningen. ‘Ja, dat klopt.’ ‘Vertelt u me dan eens: ieder jaar – eind mei, of begin juni – komen van donderdag tot zondag hier veel Duitsers. Maar het is nog geen vakantietijd! Is daar een reden voor?’ De medebroeder legde uit dat dit te maken heeft met het feest van Sacramentsdag dat in sommige delen van Duitsland een vrije dag is. Dat het feest van Sacramentsdag gekoppeld is aan het Paasfeest en dus niet op een vaste dag in het jaar gevierd wordt. Het is steeds op de donderdag ná Drie-eenheidszondag en dat is weer de zondag na Pinksteren. De agent was tevreden.
Omdat in Nederland deze donderdag geen vrije dag is, wordt dit feest verplaatst naar de zondag erop. Zo belangrijk beschouwt de kerkelijk traditie dit gedenken van het Sacrament en daarmee wordt bedoeld de Eucharistie, Brood en Beker, Aanwezigheid van de Heer onder deze gedaanten. Is dit zo belangrijk? Is het belangrijk omdat Jezus ons dit heeft voorgedaan op de vooravond van zijn dood? Of omdat Hij gevraagd heeft dit te doen ter zijn gedachtenis? Ik hoor al mensen zeggen: ‘Hij kan zo veel vragen. Het is zo lang geleden en dat verplicht ons nog niet vandaag!’
Ik kan veel redenen aanvoeren om geregeld eucharistie te vieren en dit geheim van Zijn Aanwezigheid te midden van mensen te koesteren. Het allerbelangrijkste voor mij is dat in dit heilig Geheim een heel leven zich samenbalt: levensgave tot het einde, teken van totale liefde. Wanneer ik dit mag vieren, communiceer ik met deze levensgave van Jezus. De ‘communie’ is het heilig middel om dit verbond met Christus ‘operationeel’ te laten zijn.
Dit zijn onvolmaakte woorden. Er valt veel meer over te zeggen. Het is echter wel een tipje van de sluier van mijn eigen ervaring. Dat wil ik delen.