Sinterklaas mét mondkapje in de gevangenis, dat gebeurt niet elke dag. Maar deze week was dat dan toch het geval in de Duitse penitentiaire inrichting (Justizvolzugsanstalt, JVA) in Hünfeld: een primeur! Natuurlijk moest de volgens overlevering uit Myra afkomstige katholieke bisschop niet de gevangenis in omdat hij moest ‘zitten’.
door Meins Coetsier
De goedheiligman en zijn hoofdpiet ‘Knecht Ruprecht’ hadden niets op hun kerfstok toen zij met het paard van Sinterklaas vanuit het Koninkrijk der Nederlanden de Duitse grens overgingen. Het traditionele december ‘dreamteam’ besloot dit jaar bewust een kleine 500 gevangenen in de JVA Hünfeld met een cadeautje in de vorm van het edele ‘zoete goud’ – een Ferrero Rocher-praline in goudkleurige wikkel – en een opbeurend woordje te verblijden.
Voordat deze unieke maar toch ook lastige Sinterklaas actie kon worden uitgevoerd, moest er intern heel wat gebeuren. De dominee Dr. Andreas Leipold, de katholieke priester Franz Hilfenhaus en ikzelf zijn in gesprek gegaan met de leidinggevenden van de gevangenis, om angst en twijfels weg te nemen. Een paar weken voor de komst van Sinterklaas naar het rijkshotel borrelden al vele vragen omhoog: is dat niet gevaarlijk, Sinterklaas vieren in het cachot? Hoe zullen de zware jongens reageren? Het is hier toch geen kleuterschool? Zo waren de eerste bezorgde reacties in het Hünfelder gevangenenhuis.
Hoewel de meeste mensen in Landkreis Fulda in Hessen wel bekend zijn met het fenomeen Sinterklaas, is het als familiefeest in Duitsland -zo is mij onlangs weer verteld- lang niet zo ingeburgerd als het bij ons in Nederland is. Zeker niet in de bajes! De Nikolaustag, die in Duitsland op 6 december wordt ‘gevierd’, gaat dan ook aan vele Duitsers en daarmee ook aan de gevangenen onopgemerkt voorbij. Dit hebben wij ervaren bij onze intensieve voorbereidingen. De kerstboom in de gevangeniskapel staat er bijvoorbeeld al en ver voor de vijfde december zijn de winkels in de lokale Duitse dorpjes in de wijde omtrek van Fulda reeds behangen met kersttakken, kerstlichtjes, staan er versierde bomen en natuurlijk overal rode kerstmutsen. Toch zijn er binnen de katholieke gemeenschap nog genoeg kinderen die in de aanloop naar 6 december een kleinigheidje krijgen van hun ouders. Vaak blijft dit echter beperkt tot praktische cadeaus zoals sokken of winterhandschoenen.
Sinterklaas, of beter gezegd der Heiliger Nikolaus, is dus lang niet zo bekend en populair als in Nederland. ‘Niet getreurd,’ dacht ik dit jaar, ‘óók in een Duitse penitentiaire inrichting kun je op zijn oer-Hollands een Sinterklaasfeestje vieren.’ Want feestjes bouwen, d.w.z. met een vleugje humor en gezelligheid, dat kúnnen wij Nederlanders. Het is hier natuurlijk niet mogelijk om, samen met de gevangenen en de Nederlanders die hier ook vastzitten, een surpriseavond te organiseren. Maar als ‘Holländische Pfarrer’ bleek ik gisteren toch een kleine ‘Sinterklaasintocht’ te kunnen organiseren door de gangen van de gevangenis, naar de celblokken en langs de deuren van elke veroordeelde. Zo werd bij elke gedetineerde aangeklopt en gevraagd of hij het ‘zoete goud’ – een bolvormige wafel gevuld met nougatcrème en een hele hazelnoot bedekt met een laagje gekruimelde noten en chocolade – wilde ontvangen. Daarbij werd ook een kalender uitgedeeld met opbeurende woorden uit het evangelie.
Natuurlijk kon in Hünfeld de Goedheiligman niet geheel volgens de Nederlandse traditie in een ‘haven’ ontvangen worden. Niet alleen vanwege de coronamaatregelen, maar er is hier namelijk geen haven waar hij met een stoomboot zou kunnen arriveren. Onze ‘haven’ was de gevangenispoort. Daarbij vonden de meeste gevangenen het een geweldig idee om de traditie van Sinterklaas zo voort te zetten. De reacties waren dan ook zeer positief en er werd veel gelachen. Ikzelf blijf een beetje met het gevoel zitten, dat het Sinterklaasfeest buiten de gevangenis ergens toch een écht Nederlands feestje is. In Duitsland heeft men wel interesse voor deze ‘traditie’ en kan er eventueel warm voor lopen, maar met de concurrentie van der Weihnachtsmann en das Christkind geraakt men toch snel in een overvoerde ‘Weihnachts–Blues’.
Dr. Meins G.S. Coetsier studeerde filosofie aan The Milltown Institute of Theology and Philosophy (De Nationale Universiteit van Ierland) en promoveerde aan de Universiteit van Gent zowel in de Wijsbegeerte als in de Vergelijkende Cultuurwetenschap. Na postdoconderzoek aan de Universiteit van Zürich werkt hij als diaken en gevangenispastor voor het Bisdom Fulda en als deeltijds onderzoeker aan Trinity College Dublin.
Giften voor de realisatie van diaconale projecten in de gevangenis kunnen worden gestort op een rekening die wordt beheerd door het gevangenispastoraat van het Bisdom Fulda. U kunt uw gift storten op DE24 5305 0180 0089 0017 38 / BIC: HELADEF1FDS, tenaamstelling: ‘Meins Coetsier’, met vermelding ‘Spende – Jail House College’.