De feestdagen staan weer voor de deur, ook in de Duitse gevangenissen. De twee penitentiaire inrichtingen in Hünfeld en Fulda bereiden zich in deze adventstijd voor op het kerstfeest. Ja, ‘leise rieselt der Schnee’ – ‘stil valt de sneeuw’ – luidt een bekend Duitse adventsliedje, ook achter de muren van de bajes. De winterse neerslag doorbreekt de eentonigheid en de dagelijkse sleur van het gevangenisleven.
door Meins Coetsier
Zo blijken de gevangenen echte avonturiers en sneeuwkunstenaars te zijn, die in hun vrije tijd samen in de ijle buitenlucht een sneeuwpop bouwen. Dit fraaie kinderspel van de ‘zware jongens’ in de frisse adventssneeuw gaat gepaard met veel energie, blijdschap en saamhorigheid en bevrijdt van alle frustratie en angst! – Gods nabijheid? De koude winterlucht doet hun in ieder geval goed.
Er was veel sneeuw gevallen op de binnenplaats van de gevangenis in Fulda. Er lag zelfs meer dan genoeg voor een imposante sneeuwpop: ‘Elvis’. Deze grappige sneeuwman, gebouwd door de gevangenen is met een vleugje humor, door Dominee Dr. Andreas Leipold en mijzelf uitgeroepen tot ‘coronakunstwerk van de vrijheid’, hetgeen de gevangenis in Fulda tot iets speciaals maakt. Gevangenisdirecteur Karsten Koudela, plaatsvervanger Claus-Peter Mihm en het hoofd van de veiligheidsafdeling, Udo Kramm, die samen met ons pastores en de voorzitter van de adviesraad van de instelling, Winfried Möller, het kerstfeest buiten op de binnenplaats organiseren, zijn dan ook zéér tevreden en erg blij met de ludieke sneeuwman. ‘Elvis’ staat in deze bezinningsperiode stoer en imposant midden op de harde bodem van de binnenplaats van de gevangenis. Zijn bijzondere uitstraling geeft iedereen in deze moeilijke tijd, waarin een virus de wereld in zijn greep houdt, waarin complottheorieën ook de gevangenen onrustig maken, een hoopgevend en hemels perspectief.
Met een zwart schaakstuk op zijn hoofd staat de trotse en moedige sneeuwman voor de hoge gevangenismuren: hij lijkt inderdaad tégen de vrijheid berovende COVID-19 te schaken. Vele mensen voelen zich op dit moment op één of andere manier schaakmat: opgesloten achter slot en grendel, ja in de val gelokt in eigen huis en wel door een ongevraagd Schicksal, een ‘lockdown-macht’ die groter is dan wijzelf. Maar hij, ‘Elvis’, is de ‘witte adventsprofeet’ die ons toespreekt: ‘adventus!’— wat zoveel betekent als ‘komst’. Ja, hij is uit de hemel komen vallen en door menselijke creativiteit levensgroot gemaakt. Hij lijkt naar buiten te kijken, door onze duisternis heen, voorbij de muren en de beperkingen van de coronacrisis, vol verwachting van het nieuwe licht. Deze ‘gedetineerde en spirituele sneeuwman’ hoopt op een betere toekomst. Hij weerspiegelt advent: met zijn verlangen, zijn afwachten, zijn geloven en hopen. Deze ‘Elvis’ droomt daadwerkelijk van een witte kerst – is dreaming of a white Christmas – en bestaat uit drie min of meer bolvormige witte vormen, waaraan ieder kind meteen een sneeuwpop herkent. Een lichtpuntje en speelse wintertraditie die ook hier achter de tralies tot uitdrukking komt en de wanhoop iets lijkt te verzachten.
Persoonlijk vind ik het dan ook erg dapper, inventief, en ontzettend leuk om te zien hoe de gevangenen in deze adventstijd kunnen genieten van de sneeuw. Wij hadden direct het spontane idee om deze éénmalige ‘gevangenissneeuwman’ te vereeuwigen met een foto. Deze sneeuwman, verworden tot een kunstwerk als symbool van het leven: kortstondig, vergankelijk, waarbij het dagelijkse leven in de gevangenis verbonden wordt met het eeuwige spel en de wijsheid van de vrije natuur. Zijn aantrekkingskracht bestaat uit het feit dat ‘Elvis’ gebouwd is door de gedetineerden. Maar óók door de tegenstelling tussen de sneeuw, die vrij uit de hemel is komen vallen en de grijze betonnen gevangenismuren met het bedreigende prikkeldraad. Daarbij symboliseert hij een beeld van het innerlijke verlangen in de mens naar vrijheid, vooral op een plek als deze tijdens de coronapandemie. De vraag blijft échter: ‘Beste Sneeuwman Elvis … komt er dit jaar een vrolijke, witte óf helemaal geen Kerst?’
Dr. Meins G.S. Coetsier studeerde filosofie aan The Milltown Institute of Theology and Philosophy (De Nationale Universiteit van Ierland) en promoveerde aan de Universiteit van Gent zowel in de Wijsbegeerte als in de Vergelijkende Cultuurwetenschap. Na postdoconderzoek aan de Universiteit van Zürich werkt hij als diaken en gevangenispastor voor het Bisdom Fulda en als deeltijds onderzoeker aan Trinity College Dublin.
Giften voor de realisatie van diaconale projecten in de gevangenis kunnen worden gestort op een rekening die wordt beheerd door het gevangenispastoraat van het Bisdom Fulda. U kunt uw gift storten op DE24 5305 0180 0089 0017 38 / BIC: HELADEF1FDS, tenaamstelling: ‘Meins Coetsier’, met vermelding ‘Spende – Jail House College’.