Veranderingen. We hopen er ieder jaar op. En zeker in 2020; door de coronapandemie. Ja, ho even, zul je zeggen… die pandemie is nog niet ten einde, dus er is nog kans op verandering. Hoezo denk je nu al dat er geen verandering komt? Klopt, we zitten er nog middenin. Maar ik kijk gewoon om mij heen en zie dat elke maasje in de regelgeving wordt aangegrepen om toch… zelfs in deze harde lockdown gaan er nog steeds mensen naar het buitenland ‘want het kan best’ en ‘ik ben er aan toe’.
Van harte gefeliciteerd. Dat zijn we allemaal, denk ik dan. Maar we gaan niet allemaal. De meeste mensen blijven wel thuis. Ook het vuurwerkoverlast was minder. Maar… als dit straks allemaal achter de rug is… geen mens die dan volgend jaar zegt ‘dankzij corona heb ik besloten…’. We snakken er juist allemaal naar om te zeggen ‘we mogen weer… zoals we gewend zijn.’
Ik ben nog steeds heel erg benieuwd wat het voor de kerken gaat doen. Gaan we alle mensen weer terug zien? In de Megense kloosterkerk zaten nog wel eens tot 80 mensen. Nu hangen we zo rond die (verplichte) 30. Komen alle 50 mensen nog terug? Helaas is dat antwoord sowieso ‘nee’, want er zijn helaas mensen overleden. Dat zal in andere kerken niet anders zijn.
Als ik naar mijn thuisparochie kijk, vallen er steeds meer ‘pilaren’ van de gemeenschap weg: mensen die jarenlang koster waren of een kerkkoor op sleeptouw namen. Lang niet altijd staat er opvolging klaar. En dat vraagt dan weer om creatieve oplossingen – in het meest positieve geval. Maar in alle gevallen zijn dat niet de gewenste veranderingen… de veranderingen waarop we nu zo hopen na corona.
Ook mijn stoeltje blijft in de Megense kloosterkerk voortaan leeg. Zo. Dat klinkt heftig als je het zo opschrijft… Ik heb voor deze column niet voor niets het thema ‘verandering’ gekozen. Ik ga verhuizen. Dingen willen nog wel eens veranderen in een leven. En zeker in een minderbroedersleven. Het is bij ons normaal ‘dan hier, dan weer daar’ te leven. ‘Hier’ dat was dus onze communiteit in Megen (gemeente Oss). ‘Daar’ is onze communiteit in ‘s-Hertogenbosch. Hemelsbreed maar een kleine verhuizing… 23,78 kilometer van kamer tot kamer, aldus Google Maps. Maar verder een wereld van verschil… van het ministadje Megen (1700 inwoners) naar de provinciehoofdstad. Van een huis met 7 medebroeders, naar een huis met 7 broeders en 3 zusters van de eerste, tweede en derde orde van Franciscus (en Clara).
En dat na 7,5 jaar in Megen. Het hoort bij ons leven als minderbroeders. Maar het is niet gemakkelijk dit mooie stadje los te laten, hoewel ik uitzie naar mijn leven in ‘s-Hertogenbosch. De stad met die prachtige kathedraal gewijd aan mijn eerste naamheilige (Johannes de Apostel en Evangelist) en het beeld van de Zoete Moeder (en Maria is als ‘goed katholiek’ mijn derde naamheilige). Dus met hun hulp (en vooruit… natuurlijk ook die van Petrus, mijn tweede naamheilige) moet het goed komen.
Dus ja… of het leven nou na corona wel of niet anders zal zijn als het leven van voor corona… het mijne zal in ieder geval anders zijn. Deze column is van tussen de verhuisdozen (jeetje, zelfs mét gelofte van armoede heb je een hoop spullen). Mijn volgende columns zullen dus met een Bossche pet geschreven worden.