In onze rubriek ‘Vers voor de Zondag’ blikken we vooruit op de eucharistieviering – tijdens de lockdown op afstand te volgen op televisie en internet – van aanstaande zondag (of feestdag): wat vertelt het Evangelie ons? Om wat voor thema draait deze viering? Wat zou je kunnen doen om dit te onderstrepen?
Tweede zondag in de veertigdagentijd
In het licht
Ieder jaar – op de tweede halteplaats op weg naar Pasen – verkeren we op de Berg waar Jezus van gedaante verandert. Voorproef van een nieuwe aanwezigheid van Hem, een aanwezigheid-de-dood-voorbij. Het is de zondag van het visioen dat de doopleerlingen (in zekere zin blijven we dat allen) wordt voorgehouden, zij en wij worden meegetrokken naar het Licht dat Jezus omstraalt. Dit visioen verwijst naar een geheelde wereld, een toestand waarin ‘alles op zijn plek’ is. Wij verkeren op de Berg: zo mag je het vieren van de liturgie op deze dag zien. Het luisteren naar het Woord dat ons wil omvormen, het vieren rond Brood en Beker voorafbeelding van het uiteindelijke Gastmaal, versterken dat proces van omkeer dat ons op Aswoensdag is toevertrouwd. Maar aan het einde van de viering – net zoals het slot van het evangelie – keren wij weer terug naar de dagelijkse dag waar wij het Woord mogen waarmaken.
Exegetische notities Evangelie
Marcus 9,2-10
Een aantal elementen uit het verhaal over de verbondssluiting op de berg Sinaï (Ex.24,15-17) komt op verschillende manieren voor in dit evangelieverhaal: de berg, de wolk, Mozes, de stem van God uit de wolk en de heerlijkheid des Heren. Op grond hiervan mogen we concluderen, dat de evangelist heeft willen herinneren aan deze verbondssluiting, een belangrijk gegeven in het Oude Testament. In Exodus lezen we, dat de heerlijkheid des Heren op de berg Sinaï rustte en dat de wolk hem zes dagen lang bedekte. Op de zevende dag riep Hij tot Mozes vanuit de wolk. Ons verhaal begint met de tijdsaanduiding ‘zes dagen later’. Zowel deze tijdsaanduiding als de plaatsaanduiding (de berg van de verheerlijking) mogen theologisch worden opgevat. Op bergen vinden openbaringen, onthullingen over de toekomst plaats.
Op deze hoge berg vinden twee gebeurtenissen voor de ogen van de drie leerlingen van het eerste uur plaats, die ons menselijk begrip volledig te boven gaan: Jezus verandert van gedaante en Mozes en Elia verschijnen. Voor de ogen van de leerlingen verschijnt de hemel op aarde, dat blijkt uit de beschrijving van het uiterlijk van Jezus. Dat de hemel tijdelijk op aarde is neergedaald wordt onderstreept door de mededeling, dat Jezus in gesprek is met Mozes en Elia. Ook dit gegeven doet denken aan het verhaal over de verbondssluiting. Zoals Jezus in deze scène behoort tot de hemelse werkelijkheid, zo sprak Mozes met God en straalde ook de huid van Mozes’ gelaat (Ex.34,29.35).
Dat Mozes en Elia degenen zijn met wie Jezus in gesprek is, is niet verwonderlijk. Wanneer Elia zal terugkeren dan is dat het teken dat de dag des Heren en het koninkrijk van God in aantocht is (Mal.3,23). Mozes is hét voorbeeld voor de latere profeten, ook voor de grote profeet, de eschatologische profeet zoals Elia, die verschijnt vlak vóór het einde van deze wereld. Op deze lijn doordenkend is Mozes in de latere rabbijnse traditie steeds meer gaan functioneren als voorbeeld voor de Messias: ‘zoals de eerste verlosser – Mozes – zo zal ook de tweede verlosser – de Messias – zijn’. Jezus wordt hier als de Messias aangewezen.
Hoe moeten gewone stervelingen reageren op een dergelijke gebeurtenis? Zoiets wil je vasthouden en dat is dan ook de reactie van de leerlingen. Petrus denkt dat te bereiken door voor Jezus, Mozes en Elia ter plekke een tent te bouwen. Tegen de achtergrond van de joodse traditie is dit goed te begrijpen. Elk jaar bouwen joden tijdens het Loofhuttenfeest buiten het eigen huis, hutten of tenten, waarin ze gedurende een week verblijven. Op deze manier wordt de afhankelijkheid van God gesymboliseerd en wordt herinnerd aan de bevrijding uit Egypte en de doortocht door de woestijn naar het beloofde land (Lv.23,34-43; Neh.8,13-18). Op deze wijze blijft de symboliek niet slechts een herinnering aan de gebeurtenis van toen, maar is het tevens een verwijzing naar de toekomst van het messiaanse rijk.
Maar dit kan niet zo blijven bestaan. In een flits hebben de drie leerlingen de hemel op aarde mogen zien. Daarbij komt de onthulling, dat er een bijzonder hechte band is tussen Jezus en God: zoals een stem uit de hemel tegen Jezus bij zijn doop in de Jordaan zei ‘jij bent mijn Zoon, mijn veelgeliefde’ (Marcus 1,11), zo wijst een stem uit de wolk Hem nu ten overstaan van de toeschouwers aan ‘Hij is de geliefde Zoon’. Na deze flits en onthulling moeten de leerlingen weer afdalen naar het aardse, dagelijkse leven. Pas na Jezus’ opstanding uit de dood mogen ze (en kunnen ze op begrijpelijke wijze) spreken over deze wonderbaarlijke gebeurtenis.
Themastelling
God is onze Verzoener, wij hebben deel aan zijn oneindige heil. Dat heeft Hij zelf voor ons mogelijk gemaakt doordat Hij zijn Zoon niet heeft gespaard. Hetzelfde offer vroeg God van Abraham. Abraham was bereid zijn zoon niet te sparen, maar dat offer hoefde hij niet te brengen. Overvloedige zegen en nakomelingen werden hem in het vooruitzicht gesteld, omdat hij bereid was zijn zoon te offeren en omdat hij gevolg gaf aan de opdracht ‘trek weg van huis en haard’. God blijkt vóór ons te zijn, voor eeuwig. Ook de psalmist is zich daarvan bewust. Hij riep tot God in doodsnood, wist dat hij zou worden gered en hij is God dankbaar.
De drie leerlingen van het eerste uur krijgen een voorschot te zien van wat komen gaat. Voor hen niet zozeer overvloedige zegen en nakomelingen, ook niet langer redding alleen, maar een kijkje om de hoek van een deur verder. Voor hen een blik in de toekomst. Voor hen een blik in de hemel. Na Jezus’ dood zal Hij opstaan. Hij is de Messias. Dit visioen geldt ook ons: de zondaars zullen gerechtvaardigd worden, want God is vóór ons, Christus rechtvaardigt ons, de opgestane Christus pleit voor ons. Wie zal dan nog tegen ons zijn?!
Suggestie: evangelietekst in drie delen
Om het Evangelie dieper door te laten dringen, kan de tekst in drie delen verdeeld worden, steeds met een kort instrumentaal intermezzo ertussen of een couplet uit het lied ‘Heer, laat uw Woord ons leiden’:
‘In die tijd… en zij onderhielden zich met Jezus.’
Instrumentale muziek, bij voorkeur op basis van de melodie van het lied ‘Heer, laat uw Woord ons leiden’.
‘Petrus nam het woord… luistert naar Hem.’
Zingen: Heer, laat uw Woord ons leiden (couplet 1)
‘Toen ze rondkeken… opstaan uit de doden mocht betekenen.’
Zingen: Gij zijt de Weg en Waarheid (couplet 2)
Deze teksten en suggestie zijn genomen uit de ‘Handreikingen voor liturgie voor de zon- en feestdagen’ van Berne Media. In deze uitgave staan exegetische notities voor elke lezing en antwoordpsalm, een ‘kapstok’ voor de verkondiging, misteksten, voorbeden en diverse andere suggesties voor vieringen met gewijde of niet-gewijde voorganger. Voor meer informatie over de uitgave en een abonnement, zie de website van Berne Media.