Vers voor de Zondag: 4 oktober

Vers voor de Zondag: 4 oktober

In onze rubriek ‘Vers voor de Zondag’ blikken we vooruit op de eucharistieviering van aanstaande zondag (of feestdag): wat vertelt het Evangelie ons? Om wat voor thema draait deze viering? Wat zou je kunnen doen om dit te onderstrepen?

27e zondag door het jaar – Wereldmissiedag kinderen

Durf het risico aan

Recht en onrecht als de schering en inslag in onze samenleving. Niet alleen op kleine schaal, ook mondiaal. Je kunt je hiervan afwenden, de kop in het zand steken, je terugtrekken op eigen erf (‘America first’, ‘eigen volk eerst’ en de slogans van andere populisten). Je kunt ook ‘het risico aangaan’ en je engageren, je committeren aan mensen die de rechte weg gaan en anderen hierin meetrekken. Het kan je de kop kosten zoals bij de Zoon…

Exegetische notities Evangelie

Matteüs 21,33-43

Het begin van deze perikoop doet direct denken aan de eerste verzen van Jesaja 5. Ook de vorm met de overgang van vertelling naar een juridisch oordeel is hetzelfde. Jezus vertelt over een landeigenaar die zich veel moeite getroost om een wijngaard aan te leggen, met een wijnpers en een wachttoren. Als de eigenaar op reis gaat, draagt hij de zorg voor het land over aan de pachters. In de oogsttijd stuurt hij dienaren en zelfs zijn zoon om de opbrengst in ontvangst te nemen. Maar de dienaren en de zoon worden mishandeld en gedood, zodat de pachters zelf eigenaar van de wijngaard kunnen worden. Dan gebeurt hetzelfde als in de tekst van Jesaja. Jezus legt de kwestie voor aan zijn publiek en vraagt hun om een oordeel (vers 40).

Ook hier is God de landeigenaar en is Israël de wijngaard. Maar er is een verschil met Jesaja. Niet de wijngaard zelf is het probleem, maar het zijn vooral de hebzuchtige pachters. En in deze parabel komen ook nog dienaren en een zoon voor. Met de pachters worden de leiders van het volk bedoeld, de oudsten en de Schriftgeleerden. De dienaren zijn de profeten die in de  loop van de geschiedenis zich namens God tot het volk gericht hebben. Zij werden door de leiders niet serieus genomen. Met de zoon is natuurlijk Jezus, Gods meest intieme gezant bedoeld.

Het publiek, dat voor een gedeelte uit hogepriesters en oudsten bestaat (vers 21,23), heeft direct een oordeel over die ellendige pachters. Zij moeten gestraft worden! Pas later begrijpen de leiders dat ze dit harde oordeel over zichzelf geveld hebben (vers 21,45). Zij zijn niet de dragers van het koninkrijk van God. De wijngaard zal geschonken worden aan godsgetrouwen die wel zorgen voor goede vruchten, zoals liefde, rechtvaardigheid en barmhartigheid.

Deze tekst is geschreven jaren na de dood van Jezus. Maar Matteüs legt Jezus deze parabel in de mond om duidelijk te maken wat er met Jezus gebeurd is. Hij werd niet herkend en gehoord door de joodse leiders. Deze tekst heeft in het verleden geleid tot de opvatting dat het joodse volk als hét volk van God vervangen is door de Kerk. Maar dat is niet wat de evangelist met dit verhaal wil zeggen. Het Rijk Gods is niet gebonden aan etnisch bepaalde groepen, maar is voor alle mensen die doen wat God van hen vraagt. Daar heeft Matteüs natuurlijk ook de volgelingen van Jezus mee op het oog. Zij waren een beweging binnen het zeer diverse jodendom van die tijd en vormden toen nog geen ‘nieuwe Kerk’. Het gaat erom wie de goede vruchten voortbrengt!

Themastelling

Het gebruik van het beeld van de wijngaard in meerdere teksten laat zien dat de Bijbel een eenheid is. Je kunt het  Nieuwe Testament niet losmaken van de Hebreeuwse bijbel. Steeds worden beelden en verhalen weer toegepast en opnieuw geïnterpreteerd.

Thema in deze lezingen is de liefdevolle relatie van God met zijn volk. De goddelijke wijngaardenier heeft zorg en aandacht voor zijn wijngaard. Maar God wil daar wel goede vruchten zien groeien. Waar dat niet gebeurt, volgt een hard oordeel. Maar dat wordt ook direct gevolgd door een belofte. Bij Jesaja is het een open einde aan het verhaal, bij Matteüs zijn dat mensen die wel de goede vruchten opbrengen. In de psalm smeekt de psalmist om herstel van die liefdevolle relatie met God. Paulus gebruikt in zijn brief geen beeld van de wijngaard, maar wijst wel op de goede vruchten die voortkomen uit een gelovige houding. Wij zijn tenslotte de hoeders van Gods wijngaard en mogen God niet teleurstellen.

Suggestie: ‘Ik ben de wijnstok’

De tekst uit de eerste lezing kan gecombineerd worden met het lied ‘Ik ben de wijnstok’ (zie Gezangen voor Liturgie nr. 621):

Lector:             Ik wil zingen… een perskuip uit.

Zingen:            Ik ben de wijnstok… couplet 1

Lector:             Toen hoopte hij druiven… geeft hij mij wilde vruchten?

Zingen:            Ranken onvruchtbaar… couplet 2

Lector:             Ik zal u dan nu vertellen… is het huis Israël.

Zingen:            Psalm 80 (de antwoordpsalm van deze zondag).

Na het lezen van het Evangelie (of eventueel na de verkondiging) volgt dan het derde couplet van het lied van de wijnstok: ‘Laat dan mijn woorden uw waarheid en uw leven zijn.’

De teksten en suggestie zijn genomen uit de ‘Handreikingen voor liturgie voor de zon- en feestdagen’ van Berne Media. In deze uitgave staan exegetische notities voor elke lezing en antwoordpsalm, een ‘kapstok’ voor de verkondiging, misteksten, voorbeden en diverse andere suggesties voor vieringen met gewijde of niet-gewijde voorganger. Voor meer informatie over de uitgave en een abonnement, zie de website van Berne Media.