‘Je kunt met minder gelukkig worden’

‘Je kunt met minder gelukkig worden’

Peter van Hoof, directeur Vastenactie (1968)
Jos Roemer, voorzitter Sobriëtas (1955)

Waar liggen jullie wortels en welke rol speelde het geloof daarin?

Jos Roemer:
Mijn gehechtheid aan het geloof heb ik meegekregen van mijn ouders. Zij hebben dat op een fijne manier aan mij overgedragen. Zij beleefden het geloof op een mooie manier. Ik ben opgegroeid in Brabant, zat op een katholieke jongensschool, eerste communie, vormsel, misdienaar geweest. Rituelen waar ik van genoten heb. Tot de zestiger jaren, toen veranderde ook bij mij de geloofsbeleving. Ik nam radicaal afscheid.  Solidariteit, opkomen voor de zwakkeren, vond ik belangrijk. Zo kwam ik in de wereld van het socialisme.  Gaandeweg vond ik de belangrijkste boodschap van het evangelie en het socialisme zo dicht bij elkaar liggen dat ik dat vrij moeiteloos kon combineren in mijn geloof en mijn politieke overtuiging. In 1976 besloot ik theologie te gaan studeren, daar heb ik nooit spijt van gehad. Ik ben in hart en nieren een theoloog.

Peter van Hoof:
Ik ben opgegroeid in Bergen op Zoom, daar heb ik in de parochie vooral het zorgen voor je naaste meegekregen. Pas achteraf realiseerde ik me dat ik me toen al voor Vastenactieprojecten had ingezet. Mijn moeder was van de tweede generatie feministen en was ook op andere gebieden activistisch. We hebben met haar gedemonstreerd tegen kernwapens, de atoombom en tegen kernenergie. Vanaf een jaar of 12/13 werd de rol van het geloof minder. Het geloof was voor mij meer zorgen voor je naaste en niet zozeer iets van een persoonlijke overtuiging. Dat is later pas gekomen. Via een pater Franciscaan kwam ik in contact met een beweging binnen de kerk waarbij persoonlijk geloof en een persoonlijke relatie met God heel belangrijk was. Het moment waarop dat kwartje viel voelde, ondanks dat ik al katholiek was en katholiek bleef, als een bekering. Het zorgen voor je naaste ging toen even naar de achtergrond en het ging meer om bijbel lezen, zorgen voor je ziel. Later besefte ik dat die twee bij elkaar horen en niet zonder elkaar kunnen.

Welke katholieke waarde is voor jullie persoonlijk belangrijk?

Jos Roemer:
Solidariteit is een belangrijke waarde, maar een belangrijke waarde op een dieper niveau voor mij is het begrip genade. De betekenis van persoonlijke vrijheid, het opgenomen zijn in een groter geheel. Soms kun je je voelen als een instrument van een hogere macht. Dat ligt besloten in genade, dat is een houvast voor mij. Ik ervoer dit heel intens toen ik getuige was van een vechtpartij, in plaats van weg te rennen liep ik erop af. En ontfermde ik me over het slachtoffer. Ik steeg die avond boven mezelf uit. 

Peter van Hoof:
Als ik op projectreis mag gaan kom ik bijzondere dingen tegen. Hoe mensen elkaar helpen, beschermen. Bijvoorbeeld straatkinderen die op een station in India opgevangen worden door jongeren om te voorkomen dat ze in handen vallen van mensenhandelaren. Een belangrijke katholieke waarde voor mij is subsidiariteit. Onze projecten komen van de basis en mensen werken er zelf aan om hun omstandigheden te verbeteren.  

Jos Roemer:
In het onderwijs is subsidiariteit ook belangrijk. Er komen soms hele mooie visies en initiatieven tot stand vanuit de werkvloer zonder de bemoeienis van hogere instanties. We bevinden ons op dit moment op het breekpunt van de religieuze cultuur naar de seculiere cultuur. We moeten ontvlechten, dan ontstaat er ruimte en energie. Er is zeker gevoel voor verwondering, spiritualiteit, levensbeschouwing. Maar er is soms weerzin tegen het moeten.  Je moet een team op een katholieke school de kans geven een kwaliteitsslag te laten maken. Vanuit hun eigen waarden en identiteit mogen ze punten uit onze tradities gebruiken die bij hen en de kinderen waarmee ze werken passen. Dan worden die waardes ook gedragen en gaat het echt werken. 

Peter van Hoof:
Veel scholen doen mee aan de Vastenactie, heel concreet voor zowel de kinderen als het team, zo geven ze uiting aan hun katholieke identiteit. 

Waarom is het belangrijk dat jouw organisatie bestaat?

Peter van Hoof:
Het is belangrijk om je persoonlijke geloof te verbinden met zorg voor de naaste. De nood in de wereld is heel hoog, daar willen we een bijdrage aan leveren. Onze projecten zijn klein en concreet en maken direct een verschil. Er zijn heel veel kleine projecten, waarvan we nog altijd maar een klein percentage van kunnen steunen. De Vastenactie spreekt zowel mensen die graag iets willen doen voor hun naaste aan, als mensen die vanuit een meer bezinnende wijze de Vasten beleven.

Jos Roemer:
Sobriëtas bestaat bijna 125 jaar. Opgericht door de priester Alfons Ariens in Twente. Hij zag dat de textielarbeiders aan het eind van de werkweek hun loon er snel door heen joegen in de kroeg. Hij kreeg van drie arbeiders hun geheelonthouding als cadeau bij zijn priesterjubileum. Dat was het begin van Sobrietas.

Inmiddels zijn wij een fonds beherende stichting met kleine projectjes. Het belangrijkste gedachtengoed van Sobriëtas is dat een matige levenshouding belangrijk is voor jezelf maar ook voor je omgeving. Een sobere levensstijl is noodzakelijk om je kinderen een goede toekomst te geven. Het is belangrijk dat dat gedachtegoed in de vorm van onze stichting bewaard blijft.

Je kunt met minder gelukkiger worden!

Tot slot: Wat doen jullie graag in je vrije tijd?

Peter van Hoof:
Sinds een aantal jaren neem ik met een vriend mannen mee naar een kloostertje in de Pyreneeën. Iedereen is welkom, we stellen vragen over wat voor hen belangrijke dingen zijn in hun leven en of zij daaraan voldoen. Heel vaak komen er dan zaken naar boven waarover we ze laten nadenken. Een soort reset of overdenken of je op de weg bent die je zou willen gaan. Er wordt gewandeld, veel gesproken met elkaar, nagedacht.  Dit doen in een klooster brengt ook ruimte voor spirituele vragen. Prachtig om mee te mogen maken. 

Jos Roemer:
Mijn vrije tijd breng ik door op en langs het voetbalveld. Ik ben een actief en fanatiek voetballer. Voetbal is voor mij soms echt kunst en ik geniet ervan om te zien hoe sommige spelers het spel spelen. Ik geniet van bijzondere spelers en teams. Ik verlies me echt in zo’n spel, op het veld ben ik een anders mens. Heerlijk!