Angst en paniek zijn niet ongevaarlijk. Dat neemt niet weg dat het ook goed is dat we soms bang zijn. Alle dieren hebben dat, zo overleven ze. Als een konijn, wanneer het een vos tegenkomt, eerst gaat zitten nadenken ‘is dit een vos?’, en vervolgens zich gaat afvragen ‘zo ja, zou die vos mij willen opeten?’ en daarna nog eens gaat reflecteren op de vraag ‘wat kan ik nu het beste doen: weghollen of een kuil graven?’, gaat dat konijn niet overleven. Een keertje te veel weghollen is beter dan opgegeten worden.
door Archibald L.H.M. van Wieringen
Om die reden bevindt ‘ratio’ zich in een ander gebied van de hersenen dan ‘bang zijn’ en heeft het ratio-gebied geen controle over het bang-zijn-gebied. Dat geldt ook bij mensen. In het geval van acuut gevaar is er geen tijd om eens lekker te gaan filosoferen. Er moet gewoon direct gehandeld worden.
Maar de keerzijde is dat bang-zijn irrationeel kan blijven hangen. Welke rationele overwegingen ook genoemd worden, de mens die in de ban van de angst is, zal niet te overtuigen zijn. In plaats daarvan zie je dat bang-zijn goden creëert aan wie wij mensen maar wat graag bereid zijn offers te brengen voor een gevoel van zekerheid en veiligheid. Zelfs zeer bizarre offers (of dat nu mensenoffers zijn, zoals in het oude Nabije Oosten wel voorkwam, of het inleveren van grondrechten als privacy en godsdienstvrijheid, zoals thans te onzent bediscussieerd wordt).
Bij de angst in het kielzog van COVID-19 is dat niet anders. Alle landen hebben een grote piek gezien in COVID-19 patiënten en overledenen. In Nederland was die piek in maart-april. In de maanden juni tot en met in ieder geval half september was het gemiddeld aantal Corona-doden per dag lager dan het gemiddeld aantal zelfdodingen per dag gebaseerd op de jaarcijfers van 2019. Het aantal positieve PCR-testen neemt in Nederland wel toe, maar of dat besmettingen zijn, is onduidelijk, want de curves van de ziekenhuisopnames en overledenen blijven verhoudingsgewijs continu vlak. Maar als de angst regeert, tellen cijfers en hun interpretatie niet. En angst is helaas niet vatbaar voor reden. En dus worden de angstregels gecontinueerd. De nieuwe goden waaraan we onderdanig moeten zijn om het gevoel van veiligheid en zekerheid te bewerkstelligen.
De creatie van dit soort goden is niet nieuw. Sterker, wanneer het geloof in de Heer God van Israël een bang-zijn-geloof wordt, wordt van de Heer God ook zo’n afgod gemaakt. En bij afgodsverering raak je alles kwijt…
Jezus vertelt daar een mooie parabel over: de gelijkenis met de talenten (Matteüs 25:14-30). Drie mensen hebben talenten gekregen van hun Heer. Het is niet veel, de een 5, de ander 2 en weer een ander 1. Bij degenen die ermee aan de slag gaan, blijken die talenten zich zomaar te verdubbelen. Maar zelfs dan blijft het weinig. Het maakt die Heer niet uit. Tegen iedereen zegt hij dat ze trouw waren over weinig en nu aangesteld gaan worden over veel. Maar de persoon met 1 talent, is bang. En omdat hij bang is, heeft hij van zijn Heer een nukkige meester gemaakt die binnen zou halen waar hij niet gezaaid heeft. Zijn angst creëert een beeld van zijn Heer dat niet conform de werkelijkheid is, want zijn Heer strooit juist kwistig rond met aanstellingen over veel. Gevangen in angst, heeft de bange persoon niets met het talent gedaan. Zelfs de eenvoudige redenatie om het talent tenminste op de bank te zetten, kwam niet meer in hem op. Hij heeft een kuil in de grond gegraven en het daar maar in gestopt. Deze mens is het voorbeeld hoe angst ook van de Heer God een gedrocht kan maken. En daarom raakt die bangerik alles kwijt…
Wie niet alles kwijt wil raken, zal de angst moeten overwinnen, zeker nu de noodsituatie voorbij is. Verwijder de valse voorstellingen en wordt beloond met veel.
Deze column is een licht gewijzigde versie van de column van zaterdag 19 september 2020 in ‘Curaçao en Opinie’.
Archibald L.H.M. van Wieringen, priester van het bisdom Haarlem-Amsterdam, is hoogleraar Oude Testament aan de Tilburg School of Catholic Theology.