Verkiezingen Provinciale Staten
Er komt steeds meer regelgeving, in vrijwel alle sectoren. Wat betekent dit voor onze samenleving? Wordt alles steeds beter geregeld, of zijn er ook schaduwzijden? Dit is deel 2 van een serie over regelgeving. Ik ben econometrist en theoloog, en probeer met een brede blik naar dit onderwerp te kijken.
Wanneer regelgeving niet meer saai is
Regelgeving raakt ons allemaal, en het verstopt zich onder een dikke laag van saaiheid, totdat het echt misgaat. Dit is nu het geval met stikstof en milieuregelgeving in het algemeen, wat nu volop in het nieuws is. Bouwprojecten liggen stil, waardoor veel mensen niet aan een huis kunnen komen. Ook bedrijven worden geraakt, waardoor het lastiger wordt om industriële capaciteit uit te breiden en te innoveren.
“Los het op!” “Allemaal de schuld van de Tweede Kamer!”
De stikstofproblemen lijken heel erg op andere problemen, o.a. de problemen bij de belastingdienst (zoals de toeslagenaffaire), want van al die problemen zou je zeggen: waarom lossen we het niet gewoon op? Er lijkt wel sprake te zijn van politieke onwil. Democratisch falen is een voor de hand liggende oorzaak; een kabinet dat problemen toedekt, een Tweede Kamer die de regering niet controleert. Kúnnen we niet gewoon zeggen, los het op?
Een machine die piept en kraakt
Wet- en regelgeving zijn een enorme machine geworden, een robot, die piept en kraakt, maar niet werkt zoals die bedoeld is. Een robot die een eigen leven is gaan leiden. Wetten die op zich een goed doel nastreven, worden zo uitgevoerd dat dit tot grote problemen leidt. Er zit een discrepantie tussen wet en beleid. De wet zegt dat het milieu beschermd moet worden, maar de uitvoerders van de wet (provincie, gemeente) willen liever huizen bouwen en bedrijven faciliteren. Er is vaak te weinig budget om goed beleid te voeren, en er staat veel druk op ambtenaren om vergunningen te verstrekken. Hetzelfde zien we bijvoorbeeld bij de toeslagenaffaire: de wet werkt heel anders uit door een praktijk waarin er veel te weinig budget is om de wet goed uit te voeren.
Politieke leuzen
De verkiezingen worden gedomineerd door politieke leuzen: die spelen in op gevoel en je kunt er vaak moeilijk tegen zijn. Vóór de boer! Vóór het milieu! Vóór meer woningen! Vóór vooruitgang! Vóór sociaal beleid! De politieke leuzen vertroebelen waar het echt om draait.
Het moet in mijn ogen meer gaan over hoe wet- en regelgeving werkt in de praktijk. Ik wil in dit artikel geen inhoudelijk standpunt uitdragen. Ik wil alleen betogen dat er steeds een afweging moet worden gemaakt tussen principes die op zichzelf goed zijn, bijvoorbeeld milieu en economie.
Een ander voorbeeld is risico en opbrengst. Soms wordt er zonder problemen een goede afweging gemaakt. Bij verkeersveiligheid worden de kosten van veiligheidsmaatregelen (zoals het aanleggen van een rotonde) afgewogen tegen de verwachte opbrengst in termen van bespaarde mensenlevens. Zo’n mechanisme bestaat ook in de gezondheidszorg. Bij de kapitaalvereisten bij banken is ook een bewuste afweging gemaakt tussen enerzijds rendement en uitleencapaciteit en anderzijds risicobeheersing.
Dit is hoe onwerkbare regelgeving ontstaat
Waar gaat het maken van die afweging dan mis? Bij milieuwetgeving zien we dat de wetten vaak op EU-niveau worden gemaakt, terwijl de uitvoering plaatst vindt op lokaal niveau. Op EU-niveau is het makkelijk om pro-milieu te zijn want daar word je niet geconfronteerd met burgers wier plannen gefrustreerd worden. De uitwerking op lokaal niveau is dat niets mag, en dat daardoor eigenlijk alles mag. Het lukt toch niet om te werken met de regelgeving, dus dan maar alle vergunningsaanvragen goedkeuren. Totdat “actiegroepen” naar de rechter stappen natuurlijk! En dan blijkt dat er inderdaad niks meer mag in Nederland.
Het lijkt wel alsof we maandag mochten stemmen over milieu, en dat iedereen voor het milieu bleek te zijn. Dinsdag mochten we stemmen over economie, en toen bleek iedereen voor een dynamische economie te zijn. Nu blijkt dat we geen kant meer op kunnen! Het probleem is zeker geen falende democratie! De politiek reageert wel degelijk op sentimenten in de samenleving. De politiek wil niet ongevoelig zijn voor de boerenprotesten, en evenmin voor pro-milieu bewegingen. Het probleem is dat er geen belangenafweging gemaakt is, of dat die in ieder geval niet democratisch gevalideerd is. Wet- en regelgeving op verschillende bestuurlijke niveaus spreken elkaar tegen waardoor een onwerkbare situatie is ontstaan.
Provinciale Statenverkiezingen: onbegrip bij de kiezer. Ook bij politici?
De meeste kiezers hebben geen idee over hoe de politiek werkt op verschillende bestuurlijke niveaus. Hoe werkt de EU? Wat zijn de taken van provincies, waterschappen, de gemeente, gemeenteraad, wethouders, burgemeesters, raadsleden, ministers, de Eerste en Tweede Kamer? En hoe werken uitvoerende organisaties zoals belastingdienst en UWV?
Er is veel onbegrip over welke onderwerpen op welk niveau bepaald worden, ook bij politici. De Provinciale Statenverkiezingen zijn van groot belang voor o.a. milieubeleid, toch merk je hier weinig van in de verkiezingscampagnes. Dit komt misschien ook omdat de statenleden de Eerste Kamerleden kiezen. De Eerste Kamer, bedoeld om de wetten van de Tweede Kamer te beoordelen, wordt vaak misbruikt door politieke partijen om hun politieke agenda door te voeren – dit is onlangs besproken door Lubach (8 maart 2023, We moeten de Eerste Kamer afschaffen). De provinciale noden raken overschaduwd door de landelijke problemen. Ook bij de verkiezingen voor het Europees Parlement zien we dat het gaat over partijideologie en -kleur, niet over specifieke EU-wetgeving.
Nu aan de slag
Er moet een politieke consensus komen die milieu- en economische belangen afweegt, en die een werkbaar beleid mogelijk maakt. Die afweging moet plaatsvinden op elk bestuurlijk niveau: EU, landelijk en lokaal. Voor regelgeving op EU-niveau moet goed nagedacht worden over de lokale gevolgen. Politici moeten deze punten naar voren brengen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Bij de Tweede Kamerverkiezingen en Provinciale Statenverkiezingen moeten politieke partijen zich richten op de mogelijkheden binnen de wetten waarin we – in ieder geval in de huidige situatie – aan gebonden zijn. Ze laten deze discussie volledig liggen, en dragen hun standpunten uit zonder oog te hebben voor uitvoerbaarheid. Bovendien stemden verschillende politieke partijen in het Europees Parlement vóór strenge milieuregelgeving terwijl ze op landelijk en provinciaal niveau hier tegenin gaan.
Politieke meningen zijn belangrijk, maar alles valt of staat bij de uitvoering. Ik wil alle politieke partijen oproepen om niet te blijven steken in leuzen maar met een werkbare oplossing komen.
Guido Jacobs (guidojacobs[a]hotmail.com) is theoloog en econometrist en zal in een aantal artikelen zijn licht laten schijnen op de maatschappelijke gevolgen van regelgeving voor o.a. het bankwezen, de zorg en het onderwijs.
Deel 1 in deze serie: De letter of de geest van de wet?